Op een adembenemend mooie plek in de bergen probeert de nuchtere schrijfster Jessica Durlacher te ontdekken of een yogaretraite misschien iets voor haar is. Of het nu komt door de ijle Italiaanse lucht of toch door de yoga en meditatie: haar writer’s block verdwijnt als sneeuw voor de zon.
Zij die mij kennen moeten er vooraf om lachen. Hahaha. Hol geschuddebuik. Of ik in een oranje jurk ga terugkomen. ‘Niets voor jou,’ riepen ze. Anderen zeiden juist weer dat het héél goed voor me zou zijn. Een yogaretraite.
Zeven jaar geleden vroeg Yoga by Happinez voor het eerst of ik een keer naar een yogaretraite wilde. Die keer kon ik niet weg. Jarenlang kon ik niet weg. Tot dit voorjaar. Ditmaal ging het om een spiksplinternieuw retreat in Noord-Italië in de bergen bij Lago d’Orta, een uur rijden boven Milaan. Het was gefinancierd, opgezet en gebouwd door een paar van ‘de jongens van ID&T’: Wouter Tavecchio en Wildrik Timmerman, partners in het enorm succesvolle entertainmentbedrijf van onder andere de Sensation dance-evenementen. Zij verkochten hun bedrijf en ontwikkelden met Cáli Ornelas, teacher en inspirator, dit retreat. Het project opende in februari formeel de poorten. Ik ga een vrij programma doen met facultatieve yoga en meditatie. Een week me terugtrekken in de bergen, in alle rust? Ja tuurlijk.
Dolle buizerd
Een van mijn vriendinnen is onbetwist expert als het om spirituele zaken gaat. ‘De bedoeling van een retreat is dat je kijkt naar wat er bij je onder de oppervlakte zit, naar de dingen waar je in de drukte van het leven geen tijd voor hebt.’
Welke drukte? tob ik meteen. Mijn kinderen zijn naar het buitenland vertrokken om te studeren. En wat er onder de oppervlakte leeft? Staar ik daar de hele dag niet al naar? Als schrijver? Als een dol geworden buizerd draai ik dagelijks duizend ondraaglijke rondjes boven mezelf, en het drijft me eerlijk gezegd tot waanzin!
Wil ik wel weg van iets? Waarvan dan? Houd ik wel van zo veel rust? Van yoga en meditatie? Zelf doe ik niet aan rustige yoga. Bikram yoga, lekker zwaar en erg, daar houd ik van. De meest zweterige vorm van yoga ook – het is 40 graden in de bikramstudio’s. De posities zijn altijd hetzelfde. Ik ben blij met het excuus dat ik over mijn yogaretraite moet schrijven.
Ik verwacht iets van deze week. Verbetering? Inzicht? Een wonder?
Onbeschaamd nieuwsgierig
In het busje waarmee we van het vliegveld van Milaan worden opgehaald zit een aantal andere vrouwen (deze week vooral vrouwen, dat is niet altijd zo hoor ik) en schuchter komen er gesprekken op gang. De meesten gaan een stilteretraite doen hoor ik, Return to the heart, en die zullen van zondagavond tot woensdagavond niet communiceren. Telefoons en oogcontact zijn verboden. Nog een dag mogen ze gewoon zijn – daarna worden ze onbereikbaar voor ons, de anderen. Wat denken ze daarmee te bereiken, wat willen ze kwijtraken, oplossen, verliezen?
Ik merk hoe mijn onbeschaamde nieuwsgierigheid het alweer wint van mijn wankele voornemens tot concentratie, rust en inkeer. Er is van alles: vrouwen die herstellende zijn van een ziekte en die willen bijkomen, vrouwen die zichzelf kwijt zijn omdat ze zich altijd hebben weggecijferd voor hun kinderen, hun man of hun baan, vrouwen die net een baby hebben, zich opgevreten voelen en hun oude zelf kwijt zijn, vrouwen die hierheen gestuurd zijn door iemand die hier zo gelukkig van terug kwam, vrouwen die op zoek zijn naar een nieuwe bestemming of gewoon genieten van dit soort dingen: yoga en meditatie, en nieuwsgierig zijn naar hun ‘andere’, lichamelijke en/of spirituele zelf. Ik ben ze allemaal, denk ik. En ik merk dat ik toch iets verwacht van deze week. Verbetering? Inzicht? Een wonder?
Intense blik
Het taxibusje brengt ons na een lange klim boven op de berg waar een schitterend zelfgebouwd ‘dorp’ blijkt te zijn met een adembenemend (dit woord kun je hier letterlijk nemen) uitzicht over het Lago d’Orta. Het is van een onwaarschijnlijke schoonheid hier, en van een peilloze rust. Ook de kamers zijn prachtig eenvoudig, met tot in perfectie doorgevoerde eenvormigheid in materialen en kleur, crème en dofzwart metaal, steen, oud maar hergebruikt hout. Voor die inrichting is Reineke Antvelink van RA. Studio verantwoordelijk, lees ik.
Mijn raam kijkt uit over het meer, en als ik vanuit mijn bed naar buiten kijk, zie ik in de ijle, steeds wisselende kleurschakeringen de bergen aan de overkant van het Lago d’Orta – op sommige ligt nog sneeuw. Als vorm inhoud is… dan zit alles nu al goed.
Als Cáli je aankijkt, lijkt het alsof ze meer van je weet dan je wilt prijsgeven
Ik krijg een rondleiding. In de indrukwekkende ronde mediatieruimte vind ik Cáli Ornelas, een van de initiatiefnemers. Klein en donker heeft ze de eigenschap om je zo intens en vol mededogen aan te kijken dat het lijkt alsof ze meer van je weet dan je wilt prijsgeven. Bij haar voel ik me even als het kind met de kapotte knie dat in huilen uitbarst als iemand het troost. Maar ik heb helemaal geen kapotte knie! Of wel? Bouw een fort in de stilte, denk ik, noem het een yogaretraite, nodig mensen uit om tot zichzelf te komen en laat Cáli je zo aankijken. Een sterke jongen die dan niet in zijn ziel gaat peuren en wil huilen als een baby.
Ballast loslaten
De eerste nacht slaap ik beroerd. Halverwege de nacht droom ik dat ik thuis de slaapkamer binnenkom en de wijkende muur uit eerdere dromen nu een heuse verzakking laat zien, en naar buiten opbolt. Als ik ernaar staar, in horror, naar die verwoesting, de tragedie van die meedogenloze zwaartekracht, lijkt het steen, als had het een wil, me ineens de ernst van die opbolling te willen bewijzen en zakt mijn slaapkamer met tomeloos geweld en met een donderend geraas in elkaar, de zolder erboven in zijn vaart meetrekkend. Een catastrofe, ons leven, ons bestaan, ons huis. ‘Leon!’ (zo heet mijn man) brul ik verstikt, ‘Leon…’ En ik word wakker van mijn eigen schorre geschreeuw.
Als ik Cáli ’s ochtends de nachtmerrie vertel, glimlacht ze verrukt. ‘Dat is zó goed,’ roept ze. ‘Dat betekent dat je het oude laat instorten, dat er nu ruimte is voor iets nieuws!’ Ik bekijk haar geschokt. Maar Cáli is bloedserieus. Ze legt uit dat we deze week in de eindweek zitten van een cyclus van negentig jaar, met Venus in retrogade. Alles wordt losgelaten, alles wordt afgestoten, afgebroken, om te vernieuwen, wist ik dat niet? Dat wist ik niet, nee. Hier is ze me nu toch een beetje kwijt.
En ze houdt niet op. Ik had geen idee hoeveel pijn mensen hier mee naartoe nemen. In welke lagen ze tijdens haar sessies terechtkomen. Iedereen komt hier met rotzooi, het was verbijsterend hoeveel ballast mensen meebrachten dat ze hier eindelijk konden loslaten… Loslaten?
Ik vind het nogal alarmerend klinken allemaal. Beelden van stromen modder in akelige kleuren, grote schompige brokken losmakend van wankele hellingen doemen op voor mijn geestesoog. Ook mijn fotografe moet van deze ideeën weinig hebben. ‘Ik ben nog zo jong,’ zegt ze. ‘En ik ben zo blij met mijn leven. Ik zou helemaal geen zin hebben om me te richten op de dingen die niet goed zijn. Ik heb altijd geleerd me te richten op de dingen die positief zijn.’
Ik vind haar erg lief.
Stil en licht
Op de eerste dag doe ik mijn best en ga naar alles wat me aangeboden wordt. Het mediteren bevalt me niet zo – ik verveel me eerst, vind dat ik mijn tijd verspil en wil weg, dan verval ik zittend in een soort halfbewustzijn dat ik zonder veel moeite maar evenmin met veel geestelijke winst uitzit. Erna neem ik deel aan een yogaklas maar het chanten dat ik daar moet doen staat me tegen. Waarom klanken uitstoten die geen betekenis voor me hebben, en yoga doen die me niet fijn uitput of uitdaagt, zoals ik gewend ben met bikram?
Alles wat de Italiaanse yogaleraar voordoet lijkt op een vertilde vorm van balle
Maar een andere les diezelfde middag, restorative hatha yoga van de Italiaan Daniele, die heel ernstig is, heel stil en licht, vind ik bijzonder. Er is totaal geen dwang, en alles wat hij voordoet lijkt op een verstilde vorm van ballet (warrior, eagle), maar het nadoen vergt enorme beheersing merk ik, en is lang niet zo gemakkelijk als het lijkt. Daniele is fascinerend precies en bescheiden, en hij valt volledig met zijn frêle lichaam samen.
Ik ben hier om erover te schrijven, maar toch bemerk ik dat mijn nieuwsgierigheid allang niet meer louter professioneel is. Zoals vast al die vele vrouwen die hier naar iets zoeken wat ze onderweg per ongeluk verloren: of het nu hun balans is, hun zelfvertrouwen, hun jeugd, hun schoonheid, hun vruchtbare tijd, het vanzelfsprekende van een volle toekomst…
Aangenaam pijnlijk
Met Peter, de Schotse muziekproducer die hier meditatietraining geeft, raak ik in gesprek. Luchtig hoor ik mezelf mijn laatste jaar samenvatten, mijn leven, en luchtig noem ik een schrijversblock als iets waaraan ik zou lijden. Wat een vreemde confessie, dat heb ik nog nooit zo gezegd. Zou het waar zijn? Het heeft wel iets opluchtends, zo’n definitie. Haast verlichtend.
Van docente Skadi van Paasschen krijg ik mijn eerste yin yogales. De posities duren vijf minuten, waar Skadi me wonderlijk charmant doorheen praat, en ik ben onder de indruk. Het is niet zo zwaar als bikram, maar het is wel aangenaam pijnlijk, en na afloop voel ik elke spier.
Voor het eerst sinds lange tijd schrijf ik een paar alinea’s. Is dit mijn return to the hart?
Die dag schrijf ik voor het eerst weer een paar alinea’s en lees ze over zonder meteen misselijk van weerzin en ergernis te worden. Ik stel vast dat voor mij ondanks alles geldt: ik schrijf dus ik besta. Gevoelens en gedachten krijgen pas waarde door hun vorm: woorden dus, zinnen. Is dit nu al mijn return to the heart?
Stiltegebod
En het voedsel hier… dat is van een grote rijkdom. En heel licht. De chef, Kes Lilani, maakt er stillevens van. Vegetarisch alles, geen zware vette sausen met merkwaardige enge vleesvervangers maar feestelijk, kleurig, origineel voedsel, even decoratief als lekker en opwekkend. Een kuip vol rode quinoa met beetgare snijbonen, een schaal vol crèmekleurige kokosroomsaus met seitan en aubergine, dun gesneden courgette met munt en noten en bosui, gepofte pompoen met rucola en geroosterde walnoten: alles straalt en is enorm lekker, zowel tijdens lunch als diner. Mocht je er hier achter komen dat je aan groot verdriet lijdt, dit voedsel verzoent je met veel en als je je ertoe beperkt, val je nog af ook. We vinden allemaal dat Kes een kookboek moet maken.
Die avond, na een maaltje van onder andere biet met schapenkaas en basilicum, treedt het stiltegebod in voor de zeventien vrouwen van Return to the heart. Een beklemmende stilte breekt aan voor ons outsiders. Het heeft iets raar vijandigs, dat gedempte geluid, die afgekeerde blikken. ’s Ochtends draagt het meisje met wie ik de avond ervoor nog zo heb gelachen, een zonnebril en loopt straal langs me heen, gehoorzaam aan de wetten van dit programma. Ik voel me ondanks de waarschuwingen licht gekwetst en buitengesloten.
Dat schuwe gefluister tijdens het ontbijt, om de stilte niet te verstoren… het vliegt me aan. Ik besluit naar Omegna te lopen – negen kilometer vanaf onze berg naar beneden, langs een bedevaartsoord en het dorp Cireggio. De berg afdalend overvallen me herinneringen aan vakanties van vroeger. De intimiteit van kleine paden, langs hellingen vooral, met geuren van wilde tijm en munt, de onbekende uitzichten. Beneden in Omegna drink ik een zeer geslaagde cappuccino in de zon, het meer glinstert aan mijn voeten.
‘Rapunsel went down’ app ik naar huis, samen met een foto van mijn zwetende zelf. Ik ben totaal niet meer gejaagd, en de terugtocht, negen kilometer steil tegen de berg op en over een keienpad, gaat vanzelf. Ik ben net op tijd terug voor de lunch, een kolossale berg verse tuinbonen die we zelf mogen openmaken en rauw opeten met de zaligste gorgonzola ever. Laat zij maar zwijgen, denk ik, lopen is mijn meditatie.
Zwemmen in goud
Dat ik ‘s nachts opnieuw zo slecht slaap, is onbegrijpelijk met al die ijle lucht en na de vele inspanning, maar het is wel zo. Venus in retrogade, denk ik, alle oude vellen worden afgeworpen – daar slaap je vast niet goed van. Gelukkig is er het zwembad ‘s ochtends, gebouwd alsof je zo de berg op zwemt, de hemel tegemoet. Eerst is het nog koud, maar na tien baantjes kom ik in een aangenaam ritme en betast ik de zorgen die me het laatste jaar dagelijks bespringen opeens van een heel andere kant. Dat eeuwige schuldgevoel, die eeuwige verschrikkelijke haast, de onrust en de zelfhaat om niet ingeloste verwachtingen van mezelf – ik moet ze afschaffen, denk ik richting hemel zwemmend. Ze zijn onproductief en nutteloos, en ze maken me mat, ze zijn naargeestig. Ze verstikken en verstoppen.
De zon is goud op het water en ik breek al dat goud met mijn slagen, en mijn rug lijkt opeens zijn chronische pijn te verliezen – elke slag voelt als herwonnen vrijheid. Ha. Als dit geen verlichting is… Dit lijkt er toch verdomd veel op denk ik.
‘s Avonds schrijf ik weer een hoop zinnen. Zinnen maken, denk ik, gewoon zinnen maken. Niet te veel nadenken. Is dat niet gewoon de oplossing? Ik begin te beseffen dat het retreat me goed doet. Vorm is inhoud. Geef me een plek in de bergen, noem het retraite, en zoet en gehoorzaam als een kleuter doe ik wat er van me wordt gevraagd, ga op zoek naar wat me kwelt en werp het af.
Een lange reis
Als ik de vrouwen terugvind die drie dagen hebben gezwegen, zie ik aan ze (en hoor van ze) dat ze een lange reis hebben gemaakt. Ze lijken opgelucht, zachter en gelukkiger. Ik vind ze enorm aandoenlijk en lief.
Maar jaloers ben ik niet. De wegen naar het hart zijn duidelijk talrijk… Ik kan me haast niet voorstellen dat zij hier meer aan hebben gehad dan ik, ook zonder stilte. Wonderen, nee, maar wat we ervan verwachtten is ook wat we ervan meenemen. Alsof het brein in een oord als dit haast automatisch een experiment met zichzelf aangaat.
En het afscheid van de staf is een belofte. Ik omhels Cáli, heilpraktiker Alexander, docent Skadi, Peter, de Schot, de allerliefste Italiaanse gastvrouwen, en Kes, de chef. Ik kom terug.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Happy Soul Travel.
0 reacties
Geef je reactie