Drie jaar werkte Steffi de Pous (35) op Lesbos om vluchtelingen op te vangen. In die periode zette ze op het Griekse eiland de stichting Because We Carry op, ontmoette ze haar verloofde en kreeg ze twee kinderen. Nu is ze terug in Amsterdam om haar kinderen een rustige start te geven. ‘Ik sta voor de uitdaging om me hier goed te voelen, wetend dat het daar rauw is.’

‘Hoe donkerder het ergens is, hoe beter ik 
erin ben om licht te maken,’ zegt Steffi in haar woning aan de rand van Ransdorp, in het landelijke Amsterdam-Noord. Ze woont er sinds haar vertrek van Lesbos, nog maar een paar maanden eerder. Vanuit haar raam het uitzicht op een oer-Hollands decor: velden met koeien en wolkenlucht.

Terwijl ze praat, stopt ze een boterham in de broodrooster. Ontbijten was er nog niet van gekomen. Ze draagt dochtertje Umi van drie maanden op haar heup. Zoon Ceas van anderhalf is naar de kinderopvang op een boerderij 
in de buurt. Ze wiegt haar baby, probeert zich 
te concentreren op ons gesprek. Haar verloofde Adil vertrekt, ze kust hem. De twee ontmoetten elkaar op Lesbos, waar ze allebei werkten met vluchtelingen. Hij loopt de deur uit en ze focust zich opnieuw op het gesprek. Dan komt er rook uit de broodrooster. ‘Laat dan maar,’ wuift ze verstrooid naar het verkoolde kapje.

Dat talent van licht maken gaat terug naar haar kindertijd. ‘Mijn ouders hadden veel ruzie. Als kind probeerde ik ze op te vrolijken door op te ruimen, te dweilen en te koken. Ik organiseerde dansvoorstellingen en nodigde buren uit. Maar je grootste talent is ook je grootste valkuil. Ik vergat mezelf.’Tijdens de scheiding van haar ouders, in haar late puberteit, ontwikkelde ze een eetstoornis, waarschijnlijk om toch de aandacht te krijgen die ze nodig had, denkt ze achteraf. Ook in de liefde deed ze haar best ten koste van zichzelf. ‘Ik leerde er wel van dat ik alleen licht in het donker kan maken als ik ook voor mezelf zorg.’

Want licht maken blijft toch wat ze het liefste doet. ‘Ik wil dat mensen zich veilig voelen op deze aarde. We zijn heel goed in onze kop in het zand steken, maar ik denk dat er veel energie gaat zitten in het wegklikken van een foto van een hongerkindje uit Jemen. Dat nestelt zich ergens in je lichaam en verhardt.’

Ik wil dat mensen zich veilig voelen op deze aarde

Dansen op het dak

Zelf kon ze drie jaar geleden niet langer machteloos toekijken naar de beelden van 
de duizenden vluchtelingen die dagelijks per boot op het Griekse vakantie-eiland Lesbos aankwamen. Via Facebook begon ze met het inzamelen van draagdoeken voor de moeders. In korte tijd lagen er duizenden babydragers. Eenmaal op het eiland zag ze dat er nog veel meer nodig was.

En zo gebeurde het dat ze haar leven in 
Amsterdam, waar ze werkte als yogadocent bij Sukha Yoga, achter zich liet en naar Lesbos vertrok. ‘Ik handelde vanuit naïviteit en kreeg daarmee 
veel voor elkaar. Elke dag deelden we voedsel uit vanuit een busje. Maar hoe krijg je drieduizend mensen in een rij? Door muziek. Ik danste op het dak van het busje en kreeg zo oogcontact met mensen die me konden helpen om een goede rij te vormen. De ouwe rotten in het humanitaire veld keken toe en dachten: Die chick is gek.’

Gek of niet, haar stichting Because We Carry werd een succes. Er kwamen verwarmde tenten, een medische post, een plek waar je kleding kon halen en zelfs een pizzaoven. Met haar rode mutsje op haar blonde manen en de bergen werk die ze verzette voor de vluchtelingen werd ze een begrip in het kamp. ‘Nog nooit heb ik me op een plek zo veilig gevoeld als daar. Ik kon er ’s nachts rondlopen, iedereen beschermde mij.’

Ook op een andere manier voelde ze zich veilig. ‘Het leven is er rauw, maar daardoor ook puur. Juist als het in een 
land goed gaat, lijkt er minder verbinding tussen mensen. Je ziet het op begrafenissen, dan gaat iedereen elkaar plotseling weer vasthouden. Die echtheid mis ik hier; je hoeft maar een blik op Instagram te werpen om te zien hoe kunstmatig we bezig zijn.’

Yoga aan vluchtelingen

Steffi zag dat de gevluchte mensen in het kamp naast de eerste basisbehoeften ook iets anders nodig hadden: rust. De opleiding Trauma Sensitive Yoga die ze had gevolgd bij het Amsterdamse Delight Yoga kwam van pas. Drie 
keer per week gaf ze yoga in de vrouwensectie van het kamp, aan zo’n acht tot twintig vrouwen uit landen als Afghanistan, Eritrea en Syrië. Steffi: ‘Deze vrouwen voelen zich onveilig in hun lichaam, of ze voelen juist niets. Er is depressiviteit, automutilatie. Je hebt stilte nodig om de stem in je eigen lichaam te horen, maar voor sommigen is stilte weer beangstigend. Elke les is verschillend, omdat ik constant moet voelen hoe het gaat met de groep. Ik zeg steeds dat alles er mag zijn. Aan het eind merk je soms dat vrouwen meer in contact zijn met zichzelf, dat ze weer kunnen lachen.’

Het geven van de yogalessen aan vluchtelingen heeft 
ook haar visie op yoga veranderd, vertelt ze. ‘Toen ik als negentienjarige begon, deed ik vooral moeilijke yoga met ingewikkelde houdingen. Ik keek veel naar hoe anderen het deden: O shit, die heeft haar been loodrecht naar boven, dat kan ik niet. Maar moeilijke yoga drijft me eigenlijk weg van de plekken in mezelf waar ik juist heen wil. Ik ben fan geworden van makkelijke yoga. Gewoon liggen en voelen: Hoe gaat het met me?’

Ze lacht. ‘Misschien moet ik op mijn eigen yogales, want ik voel dat er spanning in mijn lijf zit. In korte tijd heb ik twee keer veertig weken een kind gedragen, ondertussen hard doorgewerkt en vreselijke dingen meegemaakt en gezien in het vluchtelingenkamp. Soms denk ik veel, maar voel ik weinig, en voor je het weet, staat er een file van onverwerkte gevoelens voor de deur. Ik kan dagen rondlopen met verkrampte kaken omdat ik eigenlijk moet huilen. Op een gegeven moment zeg ik tegen Adil: “Ik geloof dat ik even moet,”en dan barst het los, alles gaat letterlijk stromen.’

Hersentumor

Hoe belangrijk het is om te ‘stromen’, ervoer ze in een heel moeilijke periode vóór Lesbos waarin bij haar een hersentumor werd geconstateerd. ‘Ik geloof dat alles hoort te bewegen en dat blokkades kunnen leiden tot kanker. Ik heb moeten vechten voor mezelf. Niet alleen bij mijn behandeling, maar ook door dingen uit mijn leven op de weegschaal te leggen. Ik ontdekte dat ik veel bezig was geweest met iets te zijn wat ik niet was, omdat ik dacht 
dat ik anders niet goed genoeg was. Ik ben meer dingen gaan doen die echt bij me horen. De tumor is verdwenen en al was het loodzwaar, deze periode heeft me wel veel vertrouwen gegeven. Kennelijk kan ik ook goed voor mezelf zorgen.’

En nu is ze dus terug in Nederland, om de kinderen een rustige start in hun leven te geven. Steffi: ‘Ik sta voor de uitdaging om me hier goed te voelen met de wetenschap dat het op Lesbos rauw en schrijnend is. Er zit een geweldig team en er komen elke week nog steeds zeven verschillende vrijwilligers vanuit de hele wereld om te helpen. Toch, als ik aan Lesbos denk, schieten de tranen 
in mijn ogen.’

Ze vervolgt: ‘Ik ben teruggekomen met ontroering en bewondering voor de veerkracht van mensen. Ik heb moeders gezien die niets hebben en er toch voor zorgden dat hun kinderen keurig gewassen waren met koud water, met zelfs een speldje in het haar hadden, in een omgeving vol afval en diarree. Daar kunnen wij iets van leren als we zeiken over een beetje tegenwind op de bakfiets. We mogen alle goden danken voor wat we hier hebben.’


Van de mat naar de keuken

Wat doe je als je in een druk bestaan met twee beweeglijke baby’s en een eigen stichting geen tijd meer hebt voor yoga op de mat? Steffi vond de oplossing door yoga te integreren in alledaagse bewegingen en activiteiten.

Lopen

‘Van mijn dagelijkse wandeling met de kinderen probeer ik een meditatief moment te maken. We praten niet, zeggen misschien alleen iets als: “Kijk, een paard”. Ik zak in 
mijn lijf, kijk niet op mijn telefoon. Na zo’n wandeling merk ik dat we allemaal een kleine reset hebben gekregen.’

Zitten

‘Ik zit vaak half. Schuin of op één bil, klaar om weer op te springen. Ik vind 
het moeilijk om me over te geven, me 
te laten dragen. “Waar zijn mijn billen?” is de juiste aandachtsvraag. Wanneer ik écht zit, voel ik beter hoe het met me is. Soms is dat spannend.’

Afwassen

‘Ik heb wel een vaatwasmachine, maar ouderwets de afwas doen vind ik heel rustgevend. Ik zorg ervoor dat ik recht sta, dat ik mijn voeten stevig op de grond voel staan. Mijn handen in het warme sop, een sponsje om de borden schoon te maken. Als het lukt om aandachtig af te wassen is dat een heel goede grondingsoefening.’

Speelse krijgers

‘Als ik wandel met Ceas gaan we vaak onderweg in de Krijger staan. We maken er dan stoere bewegingen en blaasgeluiden bij, alsof we een pijl afschieten. Door deze geïmproviseerde, speelse Krijger flow giert de kracht meteen door me heen.’

Als ik de Krijger doe met m’n zoontje,
 giert de kracht 
door me heen

Liggende vijfpuntige ster

‘Mensen zeggen soms dat ze een druk hoofd hebben als ze in bed gaan liggen, maar ik denk dat we ook een druk lijf hebben. Mij helpt het om op mijn rug te liggen met mijn armen en benen gespreid. Ik probeer me te laten dragen door de matras, concentreer me op mijn hielen en ga zo mijn hele lichaam door. Als het niet lukt om zo tot rust te komen, pak ik in gedachten mijn koffer in. Dan ben ik zo weg.’

Beeld: Harold Pereira, Styling: Nicole de Werk, visagie: Clayton Leslie