Yoga is echt heel moeilijk. En dan praat ik niet over de moeite die het kost om bijvoorbeeld je voorste voet te flexen als je in de Duif zit – hoewel ik dat ook heel moeilijk vind. Maar het moeilijkste aan yoga vind ik het nog om te leven volgens de yogafilosofie. Om echt zuivere gedachten te hebben, om je niet te laten meeslepen door je emoties, om in contact te blijven met de stilte in jezelf.

Het meest helder zijn de yogaleefregels opgeschreven door Deepak Chopra, in zijn boek De 7 spirituele wetten van yoga. Hij maakt ze heerlijk toegankelijk, door je elke dag van de week één van de zeven wetten te laten oefenen. En het leuke is: hij weet het zo te formuleren dat het niet moeilijk meer lijkt, maar juist makkelijk!

Ik ben ervan overtuigd dat als je deze regels onder de knie hebt – ik schat na zo’n acht levens – alles veel meer vanzelf gaat. Dat alles in je leven stroomt. Met de 7 wetten leer je de dingen te accepteren zoals ze zijn, mensen niet te willen overtuigen van je gelijk, niet te hechten aan hoe jij vindt dat het moet zijn, om verandering te zien als inherent aan het leven. Alles met hetzelfde doel: in contact blijven met, zoals Chopra het noemt, ‘het veld van pure potentialiteit’.

Gek eigenlijk, dat we dat moeilijk vinden. Je hoeft alleen maar jezelf te zijn, mee te gaan met de stroom, je eigen pad te volgen. Wat zou er makkelijker moeten zijn dan dat? En toch… elke dag, elk uur, moet je jezelf er weer aan herinneren.


Wat vind jij het moeilijkste aan yoga?