Aan de vooravond van misschien wel het grootste project van haar leven vertrekt Monique Jansse naar het Italiaanse Piemonte. Tijdens een weekje yoga en skiën hoopt ze haar zorgen over de sprong in het diepe aan de kant te kunnen zetten. ‘Geluk is het zien van mogelijkheden.’

Skiën en yoga. Er zijn maar weinig dingen waar ik zo gelukkig van word. Dus toen Ronald en Lotje, een Nederlands stel, mij uitnodigden om mee te doen aan hun nieuwe yoga- en skiweken in Italië, hoefde ik geen seconde na te denken. 

Het begon meteen goed. Met zijn olijke hoofd en felgekleurde wollen muts stond Ronald ons op te wachten op het vliegveld van Turijn. En zoals het hoort in Italië, dronken we, staand aan de bar, een romige cappuccino voordat we richting hun droomplek vertrokken. 

Het leven van Ronald en Lotje lijkt van toevalligheden aan elkaar te hangen. Zij zijn het levende voorbeeld van serendipity, dingen die ‘toevallig’ op je pad komen, terwijl je er eigenlijk helemaal niet naar op zoek was. Ronald omschrijft het liever met een citaat van de filosoof Arnold Cornelis: ‘Geluk is het zien van mogelijkheden.’

What are the odds?

Het was een koude winteravond in 2014. Een goede vriend van Ronald had al jaren een mooi stukje grond in het noorden van Italië, in de regio Piemonte. Hij had er twee caravans staan en Ronald was er die winter samen met twee vrienden om te brainstormen over een bedrijfje dat ze wilden opzetten. Het was guur en ze probeerden een vuurtje te stoken om zich op te warmen en wat eten te maken. Maar hun survival skills lieten hen nogal in de steek en ze besloten het zichzelf ook weer niet te moeilijk te maken. ‘We gaan gewoon lekker uit eten bij dat fantastische slowfood restaurant,’ besloten ze.

Met hun Ford Fiesta glibberden ze echter van de weg en kwamen vast te zitten in de sneeuw. Ze belden bij verschillende huizen aan voor hulp, totdat er eindelijk iemand opendeed. Dat was David Odd, een joviale Engelsman van in de zestig, die hen verwelkomde alsof hij ze al tijden verwachtte. Hij nodigde ze uit in zijn prachtige huis en pas na een week vol mooie gesprekken en goed eten en drinken, vertrokken de vrienden weer.

David, een bekende cinematograaf uit Engeland, had zijn buitenhuis eigenhandig ontworpen en vond het geweldig om mensen te leren kennen die zijn grote liefde voor architectuur deelden en die misschien een mooie invulling konden geven aan zijn huis dat een groot deel van het jaar leegstond. En, niet onbelangrijk, die zouden kunnen oppassen op zijn te koddige schapendoes Poppy. 

Zo begon het avontuur. Met hun kleine ‘menneke’ van anderhalf en de volgende op komst, besloten Ronald en Lotje het erop te wagen. Lotje zou haar yoga en reiki, én haar liefde voor koken hier fantastisch kunnen gebruiken. Ronald had ruime ervaring met het begeleiden van groepen en als outdoor sportman. Met nog twee goede vrienden erbij – Ingmar voor het koken en het aanmaken van de vuurtjes en Suus als yogadocente – was het team compleet.

Het leven van Ronald en Lotje lijkt van toevalligheden aan elkaar te hangen

In het diepe

Als we aankomen bij het huis, zien we meteen dat Ronald niets te veel heeft gezegd. Het uitzicht over de witte bergtoppen is fenomenaal, de eetkeuken supergezellig en de kamers heerlijk groot en comfortabel.

De yogaruimte is misschien nog wel het allermooist, met grote vierkante ramen omlijst met stoere stalen kozijnen en uitzicht op de bergen. Er is een geweldige haardkachel en op de vliering staan twee glimmende Harley’s van David. Helaas is de Engelsman er zelf niet, maar door alle verhalen wordt hij gedurende de week een legende. 

Deze week richt Lotje zich met haar zwangere buik vooral op het eten en geeft Suus de yoga. Ik ken Suus van mijn docentenopleiding – superleuk om te zien hoe zij zich heeft ontwikkeld tot een docent met een heel eigen stijl. Ze straalt, is verzorgend en heeft zeer veel oog voor detail, en dan de mini-massages die ze tussendoor geeft…

Tijdens de eerste les nodigt ze ons al meteen uit om bewust te vertragen. De les is heerlijk rustig met veel Yin houdingen, dus je zou denken dat vertragen dan vanzelf gaat. Maar in mijn hoofd gebeurt dat niet, nog niet. Ik sta aan de vooravond van misschien wel het grootste project van mijn leven. Over een halfjaar gaan de deuren open van een groot landgoed midden in Nederland, dat ik samen met een aantal anderen ga omtoveren tot een ‘buitenplaats voor lichaam en geest’. De to-do list in mijn hoofd is eindeloos. Ik moet dit niet vergeten, en dat niet. Ik moet die nog bellen en, o mijn god, over twee weken komen vrachtladingen aannemers, bouwvakkers en andere werklui en gaat ‘de Grote Verbouwing’ beginnen. En ondertussen vraag ik me af of ik zelf de stap wel durf te wagen om met mijn gezin de stad te verlaten en in het groen te gaan leven.  

‘Denk aan hoe je je wilt voelen, niet aan wat je wilt doen,’ zegt Suus. Het liefst wil ik rust voelen, weg van het opgejaagde gevoel, bedenk ik me. Zou dat vanzelf komen als je dichter bij de natuur leeft? Of ga ik de stad enorm missen? Hoe leuk is het dat mijn jongens nu links en rechts vriendjes hebben wonen, op straat kunnen spelen en lopend naar school gaan? En voor onszelf zijn in de stad overal fijne koffietentjes, vrienden in de buurt en alles is met de fiets bereikbaar. Adem in, adem uit. Ik ben nu hier. 

Leven van geven

Het eten is verrukkelijk. Lotje en Ronald hebben een grote voorliefde voor goede, echte producten uit de regio en stralen van oor tot oor als ze vertellen over de kaasboertjes, wijnboeren, hazelnootgaarden en marktjes die ze al hebben ontdekt. De locals doen hun harten smelten met hun gastvrijheid, trots op de lokale producten en liefde voor hun eigen keuken. Wij krijgen die avond bruschette met palmkool en Parmezaanse kaas, lokale kaas met kastanjehoning en een stevige soep van eekhoorntjesbrood en kikkererwten. Met een glaasje rood uit de regio slapen we als een roosje. 

De volgende ochtend starten we met een Flow yogales. Suus daagt ons tijdens een mooie reeks Zonnegroeten uit om na te denken over onze ‘glanskracht’. Wanneer straal je en wanneer ben je het kwijt? Wat heb je ervoor nodig om te stralen? In de yogaruimte brandt het haardvuur en de eerste zonnestralen kleuren de witte bergtoppen in een onbeschrijflijk mooie kleur roze. Schilder Bob Ross zou er jaloers van worden. 

Na de les voel ik dat ik al wat meer begin te landen en ik maak een wandeling naar het dorp met Poppy, de schapendoes. In het plaatselijke barretje maak ik in gebrekkig Italiaans een praatje met de locals die hier om en om bardienst hebben. Dat het nog bestaat!

De lucht is helder en fris als ik terugloop door de wijnvelden, die zijn bedekt met een dik pak sneeuw. Ronald en Lotje nemen ons mee naar hun favoriete adresje voor het proeven van wijn. We treffen geen opgesmukt wijndomein waar de praatjes mooier zijn dan de wijn, maar een blije boer met rode koontjes die samen met zijn neef fantastische wijnen maakt. We zitten letterlijk tussen de wijnvaten, als ook de nonna van de boerderij komt aanstiefelen met haar rollator. Ze straalt van oor tot oor, van binnenuit. Zó te genieten van de gasten die hun wijnen kunnen waarderen, dat is pas glanskracht. Het inspireert me om mensen zo te zien leven van geven. Echt en liefdevol, zonder poespas.  

Geluksmomenten

Ik zou bijna vergeten dat we hier ook nog zijn om te skiën. We maken een mooie rit naar het skigebied waar onze ski’s al keurig klaarstaan. De eerste lift is zo’n ouderwetse stoeltjeslift waar je in je eentje in zit. Het zachte, ronkende geluid van de lift neemt me mee terug naar 1980. Ik was toen acht jaar oud. Mijn ouders waren gescheiden en mijn moeder voedde mij en mijn zus alleen op. Zij was een stoere, een powervrouw avant-la-lettre. Op uitnodiging van een vriend die in Zuid-Duitsland woonde, nam ze ons dat jaar voor het eerst mee op skivakantie. We hadden het niet breed en sliepen in een eenvoudig pension waar we ’s ochtends bij het ontbijt stiekem wat extra kaiserbroodjes smeerden voor de lunch op de piste. Geld voor skiles was er niet, maar die Duitse vriend zou het ons wel leren. Hij nam ons meteen mee de rode piste op en tussen zijn benen, met de skietjes in een ‘pizzapunt’, leerden we bochtjes draaien. 

Vanaf dat moment gingen we, als er geld was, elk jaar in het oude Mazda’tje naar Garmisch-Partenkirchen, de ski’s op het dak. Op de rugleuning van de voorstoelen plakte mijn moeder twee lijsten met alle steden waar we langs zouden rijden, zodat wij haar vanaf de achterbank de weg konden wijzen. Aachen, Mannheim, Stuttgart, Ulm… Ik zal het nooit vergeten. Dat weekje krokusvakantie was alles voor mij, ik keek er het hele jaar naar uit. Als ik terugdenk aan mijn kindertijd, dan waren dat de ultieme geluks­momenten. Ook voor mijn moeder. Wat ben ik haar dankbaar. 

Koud kunstje

En nu mag ik weer. Door de geboorte van mijn kinderen was het er een tijdje niet meer van gekomen, maar alles voelt nog even vertrouwd. We kijken uit over een waanzinnige vlakte, alsof we aan een draadje boven de wereld zijn uitgetrokken en even niet meer meedoen aan het normale leven. 

In onze groep zijn verschillende niveaus en al gauw vinden we alle­maal een paar medestanders met wie we in hetzelfde tempo de berg af kunnen. Dan spreekt Ronald de magische woorden: ‘Ga je mee rauzen?’ Ik klik mijn schoenen in mijn bindingen en daar gaan we. Ik voel de zon op mijn huid, de verse sneeuw kraakt onder mijn ski’s. We maken vaart en ik ervaar een gevoel van vrijheid dat ik alleen ervaar wanneer ik ski. De gelukshormonen gieren door mijn lijf. Ik draai bocht na bocht op het ritme van mijn adem en er verschijnt een grote glimlach op mijn gezicht. Ik kan nergens anders zijn dan in het nu. Op de berg is mind­fulness letterlijk een koud kunstje. Misschien ben ik daarom wel zo gelukkig op de piste. Ik denk nergens meer over na. Ik bèn alleen maar. Eén met de berg, één met de natuur, één met de zwaartekracht. 

Op de berg is mindfulness letterlijk een koud kunstje

 

Aan het einde van de skidag geeft Suus een les Yin yoga. Die komt als geroepen, want ik voel me nog helemaal opgewonden en uitgelaten. Nu is het tijd om de yang-energie wat omlaag te brengen en terug te komen in de rust. Met stretches brengen we de spierspanning omlaag en worden we lekker loom. Wat een fijne combinatie is dit, yoga en skiën.

Als een vogel

Ook de dagen erna zijn een geweldige afwisseling van yoga en skiën, en het lokale leven. We doen inkopen op een lokale markt voor een kookworkshop aan huis en gaan een avond krankzinnig lekker uit eten. Meer en meer voel ik hoe het zijn in de natuur mij rust en helderheid geeft. Mijn to-dolijstjes vervagen en de antwoorden komen steeds duidelijker. ‘Als een vogel op een tak gaat zitten, vraagt hij zich ook niet af of dit wel de juiste tak is,’ zegt Suus tijdens een van de lessen. ‘Hij heeft vertrouwen in zijn eigen kracht en mocht de tak breken, dan vliegt hij gewoon naar een andere.’ Tja, zo is het. Ik hoef er niet meer over na te denken. We gaan de sprong wagen om dichter bij de natuur te leven. En als het niet bevalt, vliegen we gewoon verder, erop vertrouwend dat serendipity ons altijd de weg zal wijzen.

Beeld: Bonnita Postma


Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Happy Soul Travel.