Volgens de Yoga sutra’s heeft iedereen een persoonlijke dharma: een taak in het leven. Maar hoe weet je of je leeft volgens jouw eigen pad? Yogi journaliste Dagmar van der Neut vraagt het docent Patrick Vermeulen.

De yogafilosofie zit vol prachtige wijsheden, maar in het dagelijks leven is het soms best lastig die na te leven. Hoe geef je bijvoorbeeld zin aan het leven, terwijl yoga je juist ook leert dat alles maar betrekkelijk is? Volgens de Yoga sutra’s van Patanjali, het yogahandboek uit de tweede eeuw vóór Christus, heeft iedereen zijn persoonlijke dharma: zijn eigen taak in het leven. Dat klinkt mooi, maar hoe vind je jouw dharma? Hoe weet je of je op het goede pad zit? En wat als je karma je in de weg zit? Ik leg mijn vragen voor aan yogadocent Patrick Vermeulen van Svahayoga in Amsterdam, die zich jarenlang heeft verdiept in de yogafilosofie en er zelf naar leeft.

Heeft echt iedereen een opdracht in dit leven?

‘Ja. Iedereen heeft zijn persoonlijke dharma, een taak waarvoor je op deze wereld bent gekomen. Die taak ligt al vast bij je geboorte. Het is iets waarbij je de talenten die je hebt meegekregen kunt aanwenden om de wereld te dienen. Je bent nu eenmaal hier op aarde, dus wat ga je doen met je leven? Het is belangrijk om je af te vragen wat je kunt bijdragen aan de maatschappij. Wil je alleen maar consumeren of geef je ook iets terug?’ 

Hoe kom je erachter wat je dharma is? 

‘Het dient zich vanzelf aan als je je ervoor openstelt. De do’s en dont’s van de yogafilosofie, de yama’s en de niyama’s, zoals geweldloosheid, tevredenheid, waarachtigheid en zelfstudie, zijn hierbij een leidraad. Zoals zilver gaat glimmen wanneer je het oppoetst, zo haal je je kwaliteiten naar boven door juist te handelen.’

Waarom hebben zoveel mensen hun ‘pad’ dan toch nog niet gevonden?

‘Er is tegenwoordig nauwelijks tijd om na te denken. Op school moet bijvoorbeeld alleen maar gepresteerd worden. Je hebt rust nodig om te weten wat je werkelijk wilt. Leer luisteren naar de goeroe in je. Probeer ook niet een ander z’n dharma te doen. Yoga is nu heel hip, en iedereen wil opeens yogaleraar worden. Maar is dat werkelijk je bestemming? Je dharma kan ook zijn dat je een goede moeder bent, of broodbakker. Het maakt niet uit wat je doet, als je het maar met liefde doet. Vanuit je hart. Dan vind je vervulling in je leven. Ken je die film over dat Britse jongetje, Billy Elliot, dat opgroeit in een mijnwerkersstadje en tegen de stroom in balletdanser wil worden? Dat is het. Die overtuiging, die passie. Hij kan gewoon niet anders dan dansen.’

Je levenstaak is iets waarbij je jouw talenten kunt inzetten om de wereld te dienen

Ik ben wel een beetje jaloers op mensen die heel goed weten wat ze willen en eigenlijk niet anders kunnen dan hun passie volgen. Ik twijfel zo vaak.

‘Daar heb je dus yoga voor. Door regelmatig je practice te doen, leer je je niet meer te vereenzelvigen met gedachten als “ik kan het niet”, “ik durf niet”, “de economie is slecht, dus laat ik dat winkeltje maar niet beginnen”. Yoga laat je energie lekker stromen en daardoor kun je verbinding maken met wat binnen in je zit. Je wordt alert. Je gaat scherper waarnemen en voelen en daardoor ga je kleine tekenen zien die je vertellen of je op de goede weg bent. Dan krijg je meer vertrouwen in jezelf, je hoort duidelijker wat je taak is en bouwt de kracht en overtuiging op om het ook te gaan dóén.’

Moet je een goeroe hebben om verder te komen?

‘Iedereen heeft een goeroe, of je het nu weet of niet. Dat hoeft geen man in India te zijn, het is een bepaalde aanwezigheid in je leven. Sommigen noemen het een beschermengel. Als je buigt naar een goeroe, buig je eigenlijk naar een spiegel. De goeroe leert je over wat binnen in je zit. En uiteindelijk ga je zien dat alles al in jou aanwezig is. Goeroe, God en Zelf zijn één.’

Dus eigenlijk heb je geen goeroe nodig, als de leraar al in jezelf zit?

‘Nee, geen fysiek aanwezige goeroe. Hij kan zich op meerdere manieren manifesteren. Zoals ze vroeger de poolster op zee gebruikten om koers te bepalen, heb je ook een innerlijk punt waarop je kunt navigeren. Het gaat erom dat je leert te vertrouwen op die kennis. Op je intuïtie. Mooi woord vind ik dat: het betekent ‘inner tutor’ of innerlijke leraar. Dat stemmetje in je weet heel goed wat je moet doen in je leven. Wat juist is en wat niet.’

Toch weet ik soms niet of ik wel het juiste doe. Hoe krijg ik contact met dat innerlijke punt? 

‘De kunst is om ernaar te leren luisteren. Het wordt vaak door de herrie van het leven overstemd. In de Hatha yoga pradipika, een klassiek handboek over Hatha yoga uit de vijftiende eeuw, stellen ze dat het hoogste doel is om te leren luisteren naar je nadam, een altijd aanwezig en tijdloos geluid dat van binnen zit. Als je de herrie weet te verstommen, gedachten weet te bedaren en verlangens te stillen – en dat lukt uiteindelijk met yoga of meditatie – dan kun je het horen. Het is mooier dan wat dan ook.’

Moet je ergens in geloven?

‘Alleen in het Zelf, niet in een god met een baard of iets anders daarbuiten. De beelden van goden die je ziet in tempels vertegenwoordigen delen van jezelf. Het zijn middelen die je helpen om naar binnen te keren. Yoga is dus zeker geen religie. Het staat open voor elk pad dat je wilt bewandelen om verbintenis te vinden met je onveranderlijke, werkelijke ik. Yoga is niet veroordelend. Iedereen is perfect, en al heb je er misschien meerdere levens voor nodig, uiteindelijk komt iedereen er wel. Je hoeft je dus ook niet al te druk te maken over je levenspad! Maar waarom zou ik wachten, als ik nu al keuzes kan maken waardoor ik gelukkig en vrij kan leven?’

Wat is het uiteindelijke doel van dit alles, Patrick?

Samadhi – het hoogste. Het klinkt wat verheven, maar dat is het goddelijke in jezelf. Het gaat erom dat je probeert voordat je sterft het ware Zelf te vinden. Als je daar contact mee hebt, voel je geen belemmeringen meer en kun je tot je volle potentieel komen. Veel mensen durven niet te doen wat ze eigenlijk willen, of denken dat ze het niet kunnen.’

Is dat niet je karma dat in de weg zit? Het is voor de een lastiger om tot volle bloei te komen dan voor de ander. Wat als je elke keer weer tegenslagen op je pad krijgt?

‘Iedereen heeft een rugzakje met karma: een aantal zware stenen die je met je mee zeult. De een heeft meer te dragen dan de ander. De een krijgt meer mogelijkheden dan de ander. Alleen al waar je geboren wordt, bepaalt je kansen in het spel. Toch is niet alles bepaald. Je hebt altijd de keus hoe je met dingen omgaat.’

Hoe maak je die rugzak wat lichter?

‘Wat enorm helpt is andere mensen gaan helpen. Richt je op iets anders dan jezelf en het drama in jouw leven, de soap die je leven eigenlijk is. Onzelfzuchtig handelen, oftewel karma yoga beoefenen, brengt je verder op je pad. Door anderen te dienen of te steunen, kun je schoon schip maken met je karma. Ik ben ooit begonnen vrijwilligerswerk te doen. Gaf voetmassages aan kankerpatiënten en mensen met aids; vaak heel eenzame mensen, verlaten door vrienden en familie. Ik heb daar veel van geleerd. Het tilde me op. En ik vergat mijn eigen shit. Ik zag hoe betrekkelijk alles is en dat iedereen in de kern hetzelfde is. Iedereen wil gelukkig zijn.’

Yoga helpt: je gaat de kleine tekenen waarnemen die je vertellen of je op de goede weg bent

Yoga leert je inderdaad dat alles maar betrekkelijk is en weer voorbijgaat. Maar als dat waar is, wat heeft het dan eigenlijk voor zin allemaal?

‘Op onze trouwdag besloten Gosta en ik naar de Hortus Botanicus te gaan. Daar stond een heel grote, 134 jaar oude agave die maar één keer in zijn leven bloeit. Na de bloei sterft de plant. Tja, wat is het nut? Een bloem denkt niet: Morgen ben ik uitgebloeid, dus wat heeft het voor zin? Je bent hier nu eenmaal, je hebt dit lichaam, dus moet je er iets mee doen. Probeer er het beste uit te halen. Leef zo gelukkig en licht mogelijk. ’

Wat helpt daarbij?

‘Probeer iets kinderlijks vast te houden of te hervinden. Kinderen gaan op in hun spel. Als ze riddertje spelen, weten ze ergens wel dat het niet echt is, maar toch gaan ze er volledig in op. Echte yogi’s zijn net kinderen. Maar ze zijn niet kinds. Ze zijn wijs, maar zo eenvoudig, simpel en vrolijk. Ze hebben geen zorgen over de toekomst en leven in het nu.’

Beeld: Harold Pereira