Heb jij een vraag over yogafilosofie, asana’s of pranayama? Vragen van lezers worden behandeld door ons panel. Dit keer: ‘Het lijkt onmogelijk om mijn rug recht te houden in de Zittende Vooroverbuiging. Mag ik mijn rug rond maken om verder te komen?‘ Yogadocent Saskia Grootegoed weet raad.
De zittende Vooroverbuiging: do’s en don’ts
‘Terwijl sommige yogi’s zich zonder enige moeite lijken dubbel te vouwen, blijven anderen worstelen om in de Tang (Paschimottanasana) naar voren te komen. Het is dan verleidelijk om je rug rond te maken zodat je handen dichter bij je tenen komen. Maar schijn bedriegt, want in plaats van vooruit- gang te boeken, zet je zo je rug juist “op slot” en loop je kans op blessures. Door de ronde bovenrug komt er veel druk op de tussenwervelschijven en kan een scheurtje in een schijf ontstaan. Op lange termijn verzwakken de spieren en de banden die de wervels op hun plaats moeten houden. Je rug wordt daardoor uiteindelijk zelfs minder stabiel. Een andere belangrijke no-go is de borstkas naar binnen laten vallen. De ruimte in de borst wordt dan kleiner, waardoor je minder diep kunt ademen. Terwijl je juist een diepe ademhaling nodig hebt om te kunnen ontspannen en de spieren in je rug en bekken op rek te brengen.
Het andere uiterste in deze houding is je rug kaarsrecht houden. Maar ook dat is niet ideaal, omdat er dan veel spanning op de SI-gewrichten komt. Ook verrek je gemakkelijker je hamstrings. De kunst is dus om de gulden middenweg te vinden. In tegenstelling tot wat je vaak hoort, heeft het iets afronden van je rug in vooroverbuigingen wel degelijk voordelen; het helpt om de wervelkolom soepel te houden en stimuleert een meer introverte ervaring. Je sluit jezelf gemakkelijker af van de buitenwereld; je hersenen ontvangen minder prikkels en krijgen een seintje om te ontspannen.
Zo kom je op de juiste manier in de Zittende Vooroverbuiging
Begin de vooroverbuiging door je bekken naar voren te kantelen en je onderrug lichtjes naar binnen te trekken. Zet je handen net achter je billen op de vloer, vingers naar voren, en duw jezelf iets omhoog. Zodra je voelt dat de beweging van je bekken stopt, begin je met het optillen van je buik en borstkas. Adem diep in door je neus en terwijl je uitademt, rol je langzaam je rug af. Blijft consequent je bovenlichaam lang maken; zo zorg je ervoor dat je ruimte houdt tussen de wervels.
Hou je hoofd, nek en rug telkens in één lijn terwijl je verder naar beneden gaat. Als je voelt dat je handen van de vloer komen, breng je ze naar voren. Laat ze op of naast je benen rusten. Je hoeft je tenen niet vast te pakken, tenzij je er gemakkelijk bij kunt. Ten slotte breng je je kin een klein beetje naar beneden, om je nek te ontspannen. Sluit je ogen, concentreer je op je ademhaling en voel de ruimte die langzaam begint te ontstaan.’
Ontdek meer tips voor de Zittende Vooroverbuiging
Zo doe je de Zittende Vooroverbuiging
Lees meer over de Zittende Vooroverbuiging
Hoe ervaar jij de Zittende Tang? We vinden het leuk om jullie ervaringen te lezen. Deel het hieronder in een reactie!
0 reacties
Geef je reactie