Wees een god voor je lichaam wanneer je probeert je handen naast je voeten te zetten in Uttanasana. Want met een liefdevolle, zachte benadering kom je verder dan met brute kracht en bewijsdrang.
Op de foto: Nicole Ellis uit Texas: ‘Ik heb hier in het Indiase Mysore de hele Ashtanga-serie geleerd, bij Sharath Jois. Ik had vooraf geen idee, dus het was best pittig! Uttanasana doe ik dagelijks, het helpt bij het herstel van de peesontsteking in mijn voet.’
Niemand wist precies hoe hij ter wereld was gekomen of wie zijn voorouders waren. Was Kubera nou een demon of toch een god? Hij wist het zelf ook niet zo goed. Als demon, of god was welvaart zijn domein. Zijn favoriete bezigheid was door zijn berg goud rollen, als een in India geboren en getogen (want dat was wél duidelijk) Dagobert Duck. Wanneer hij dat deed, voelde hij op sommige dagen een enorme hebberigheid in zijn hart opborrelen. Op zulke momenten voelde hij zich overduidelijk een demon. Op andere dagen voelde hij juist hoe zijn hart zich opende, groter werd, en wilde hij zijn welvaart met de hele wereld delen. Een god voelde hij zich. Voor hem was daar op zo’n dag geen twijfel over mogelijk.
Beste feest ooit
Op een stralende maandagochtend werd Kubera wakker. De hem altijd maar achtervolgende vraag over zijn status knaagde aan hem, zoals elke dag. Hij gooide zuchtend de dekens van zich af, stond op en wierp zich op zijn berg goud. Zijn hart werd groter. Wat zou het toch mooi zijn als iedereen deze welvaart zou kunnen zien, ervan zou kunnen genieten, zich erin zou kunnen wentelen… Een plan vormde zich in Kubera’s hoofd. Hij zou het grootste, mooiste, weelderigste feest ooit geven. Hij zou alle goden uitnodigen. Iedereen zou het er voor eens en voor altijd over eens zijn: hij was een god. De kleinzoon van Brahma, dat kón niet anders. Zo gedacht, zo gedaan.
Onverzadigbaar
Ganesha, de god met het hoofd van een olifant, verscheen als een van de eersten op het feest. Hij nam plaats aan de lange tafel en begon meteen te eten. Terwijl de overige gasten langzaamaan binnendruppelden at Ganesha door. Hap. Hap. Hap. Hij at en at. Hij at niet alleen zijn eigen portie, maar ook die van de andere gasten. Kubera liet meer eten komen. Ganesha at door. Er werd eten uit een naburige stad overgebracht, dat Ganesha ook opat. Voor de olifantgod was het niet genoeg. Toen er in de wijde omgeving geen eten meer te vinden was, at Ganesha het gouden bestek op. Hij slokte het tafellaken op en knaagde aan de stoelen. Hij wilde net aan de arm van een van de andere gasten beginnen, toen Kubera plots inzag waarom Ganesha maar hongerig bleef.
Alsof er een lichtje in zijn hoofd aanging, begreep Kubera ineens dat hij noch god, noch demon was. Hij was allebei! Hij zag ineens in dat het om de intentie draaide. Als zijn intentie goed en zuiver was, was hij een god, maar zodra hij iets deed wat door puur eigenbelang werd ingegeven: een demon. Dit feest had hij niet vanuit de goedheid van zijn hart georganiseerd. Nee, hij wilde er iets mee bereiken. Hij wilde dat iedereen hem fantastisch zou vinden. Hij werd niet gemotiveerd door liefde – en dat voelde Ganesha feilloos aan. Daardoor voldeed niks wat hij at. Ganesha’s maag kon niet worden gevuld met wat door het ego werd ingegeven. Hij had liefde nodig.
Hart over hoofd
Nu Kubera dit inzag, voelde hij een diepe nederigheid over zich komen. Een mildheid. Zachtheid. Rust. Hij verontschuldigde zich bij zijn gasten, stond op en liep naar de keuken. In een verloren hoekje vond hij wat rijst. Hij kookte de rijst, liep terug naar de feestzaal en boog diep voor de hongerige Ganesha. Met liefde, genegenheid en warmte bood hij Ganesha het simpele kommetje rijst aan. Ganesha nam het aan, lepelde met zijn vingers de rijst naar binnen en zakte tevreden onderuit op zijn stoel. Eindelijk had hij geen honger meer. En eindelijk was iedereen het erover eens: dít was het bewijs dat Kubera een god was. Overduidelijk. Net als Kubera in dit verhaal, die zo diep voor Ganesha boog dat hij zijn eigen tenen kon aanraken, zijn ook wij zowel demon als god. Het is de intentie die ons naar de ene of juist de andere kant trekt.
In Uttanasana, de houding die ons aan het verhaal van Kubera en Ganesha herinnert, duik je diep in jezelf. Je hoofd is lager dan je hart, wat symboliseert dat je hart over je hoofd regeert: liefde boven ego. Met zachtheid en nederigheid kom je verder in de houding. Als je probeert je lichaam te dwingen, kom je er juist verder vandaan. En zo zorgt de juiste intentie ervoor dat je als een god voor jezelf wordt – vol compassie en mildheid.
Stap voor stap
Oefenen?
Meer yogaoefeningen? Ontdek ons online platform Yoga by Happinez, boordevol meditatie- en yogalessen van de beste docenten.
Beeld: Christine Hewitt
0 reacties
Geef je reactie