Oefen je Dhanurasana, de Boog, dan oefen je met handelen vanuit je hart, zonder angst voor de gevolgen. Zo leren we, net als de legendarische boogschutter Arjuna op het slagveld, dat we alleen onze handelingen onder controle hebben en niet de uitkomst.

Dhanurasana

De mythe van Arjuna

Een eeuwenoud verhaal uit de hindoetraditie vertelt dat Arjuna de beste boogschutter ter wereld was, maar met een klein probleem: geen enkele boog was stevig genoeg voor zijn sterke armen, hij brak alle bogen zodra hij probeerde ze te spannen. Hij was dan ook al lang op zoek naar een boog die net zo sterk was als hijzelf. Toen hij op een stralende ochtend wakker werd, vermoedde hij niet dat dit de dag was waarop hij die boog in handen zou krijgen. Op deze dag zou Arjuna namelijk kennismaken met de vuurgod Agni.

Agni was die dag wakker geworden met honger. Enorme honger; zo’n honger had hij nog nooit gevoeld. Hij moest iets eten, iets verslinden, en wel nu. Dus besloot Agni het bos Khandava Vana plat te branden om zijn honger te stillen. Zodra hij echter ook maar een vlammetje op een tak losliet, begon het te regenen en doofde het vuur. De regen werd veroorzaakt door de god van oorlog en onweer, Indra, die bevriend was met de in het bos wonende slang Takshaka.
Agni begreep best dat het niet leuk was voor Takshaka als hij tijdelijk het bos uit zou moeten, maar als Agni dit bos niet in een vuurzee mocht veranderen, zou hij iets anders moeten zoeken om te verteren. De alternatieven waren niet ideaal (er was een tempel in de buurt, maar ook een stad met veel inwoners – beide niet geschikt om plat te branden), en Agni beargumenteerde dat het juist heel goed voor de gezondheid van een bos was als er zo af en toe een brand woedde. Indra week echter niet van zijn standpunt en bleef regen over het bos uitstorten.

Gelukkig voor Agni was Arjuna precies op dat moment een boswandeling aan het maken met zijn goede vriend Krishna. Arjuna zag Agni’s worsteling en besloot de vuurgod te helpen. Deze deed daarom een goed woordje voor Arjuna bij Varuna, de god van de oceaan, die ervoor zorgde dat Arjuna een nieuwe boog kreeg. Deze door oppergod Brahma zelf gemaakte boog werd Gandiva genoemd en was niet alleen een tikje magisch, maar ook onbreekbaar. Arjuna kon dus voortaan zonder problemen doen waar hij goed in was: boogschieten. Dankzij Gandiva versloegen Arjuna en Krishna Indra, die zo onder de indruk was van Arjuna’s boogschietkunsten dat hij zich al gauw gewonnen gaf en Agni het bos plat liet branden.

Hoe nu verder?

Niet veel later staat Arjuna met zijn boog Gandiva op een heel ander slagveld. Hoe hij op dit slagveld terechtgekomen is, is zo’n lang verhaal dat het Mahabharata wordt genoemd: ‘het grote verhaal van de familie Bharata’. Ook nu is Krishna bij hem, dit keer als zijn wagenmenner.
Arjuna laat zijn blik over het veld glijden en ziet overal familie en vrienden, zowel onder degenen die aan zijn zijde strijden als onder hen tegen wie hij moet vechten. Dit raakt hem zo dat hij de moed verliest en zich vertwijfeld op de grond laat vallen, terwijl de pijl en boog uit zijn handen glippen.

Als Arjuna tegen Krishna uitroept dat hij niet in deze oorlog wil vechten, dat hij niet meer wil handelen en dat hij niet weet hoe hij nog verder moet in het leven, spreekt Krishna hem in zevenhonderd Sanskriet verzen liefdevol toe. In deze verzen legt Krishna uit dat we altijd moeten handelen in het leven en dat ook niet kiezen een keuze is. Ook raadt Krishna aan om vol overgave te handelen, zonder bezig te zijn met de mogelijke uitkomst. Onze handelingen hebben we tenslotte wel onder controle, maar de uitkomst daarvan niet. Juist het op de zaken vooruitlopen en bezig zijn met de mogelijke uitkomst van onze handelingen zorgt voor lijden. We leven dan namelijk in een toekomst die onzeker is, in plaats van in het heden aanwezig te zijn, en juist dit zorgt ervoor dat we vaak beslissingen nemen vanuit angst in plaats van vanuit liefde. Krishna’s woorden raken Arjuna zo dat hij op dat moment verlicht wordt. Hij pakt vervolgens zijn pijl en boog op, doet wat hij te doen heeft en redt zo de wereld van duisternis.

Grootste groei

Arjuna’s twijfels en onzekerheid zijn heel menselijk. We krijgen tenslotte allemaal uitdagingen op ons pad, en sommige van die uitdagingen lijken zó ondoenlijk groot dat we ze het liefst niet aangaan. Net als Arjuna willen we dan niets meer doen, in plaats van te handelen vanuit liefde en in overgave.
We zijn allemaal strijders, net als Arjuna, op het pad naar verlichting in het leven. Worstelend met uitdagingen, moeilijke beslissingen, stress, verdriet, angst en twijfels. En net als bij Arjuna brengen onze grootste uitdagingen ons de meeste groei. Juist als je verwachtingen loslaat, en het verlangen de uitkomst van je handelen onder controle te hebben, ontstaat ruimte voor iets wat mooier is dan je zelf had kunnen bedenken.

Dhanurasana, de Boog, geeft ons de mogelijkheid om dat wat Arjuna inzag in praktijk te brengen: handelen vanuit ons hart, zonder angst en zonder toe te geven aan het verlangen uitdagingen uit de weg te gaan, terwijl we tegelijkertijd oefenen in het loslaten van controle over de uitkomst van onze handelingen.

Stap voor stap

Oefenen? Zo kom je in Dhanurasana:

  • Ga op je buik op de mat liggen, met je armen langs je lichaam en je handpalmen omhoog wijzend.
  • Adem uit en buig je benen, waarbij je de hielen richting je billen brengt. Pak nu met je handen je enkels vast.
  • Adem in en maak ruimte in je borst.
  • Adem uit en duw je enkels in je handen, waardoor je ‘de boog spant’.
  • Hou je knieën parallel aan elkaar op heupbreedte, ontspan je rugspieren en duw je schaambeen richting de mat. Adem door.
  • Kom op een uitademing uit de houding.

Verder oefenen met Dhanurasana? Op Yoga by Happinez vind je een handige how to video.

Beeld: Christine Hewitt