Eenheid ervaren, non-dualiteit: beseffen dat je geen afgescheiden persoon bent, maar oneindig bewustzijn. Volgens sommigen is dit het ultieme doel van yoga. Het is in elk geval het streven van mensen die de hindoe-filosofische lering van advaita vedanta beoefenen.

 

‘We beginnen bij het begin,’ schrijft yoga- en advaita vedanta leraar Douwe Tiemersma in zijn boek Non-dualiteit. ‘Dat is onvermijdelijk voor iedereen, ook voor de mensen die denken erg gevorderd te zijn, want het gaat altijd om het begin.’

Het begin van eenheid ervaren is je innerlijke zelfbesef, het gevoel in je lijf dat je er bent. Voel maar mee. We denken wel dat ons lichaam ophoudt bij onze huid, en ons zelfbeeld is daarop gebaseerd: ‘Ik ben een vrouw van één meter tweeënzestig hoog en zestig kilo; ik sta los van de rest van de wereld.’ Maar als je naar binnen gaat met je aandacht, kun je niet echt vaststellen dat je een losstaand wezen bent. Je kunt zelfs niet voelen dat je zelfbesef stopt bij je huid. Het vervaagt misschien, het wordt ijler, maar het stopt niet. Je kunt met je aandacht naar rechts gaan, naar links, naar voren, naar achteren, naar boven en naar beneden: nergens stuit je op een harde grens. Eigenlijk stopt je zelfbesef gewoon nergens.

‘Als je zo innerlijk je lichamelijke zelf-zijn onderzoekt,’ schrijft Tiemersma, ‘merk je dat het beeld van je lichaam met zijn huid een voorstelling is in het denken. Dat denken kun je nu eens weg laten vallen. Je kunt dan op je eigen ervaring afgaan, niet op wat je weet.’

Nergens zul je de grens vinden tussen lichaam en geest, hoe goed je ook zoekt

Als je dat doet, ontdek je dat je ‘gevoel van zelf-zijn’, zoals Tiemersma dat noemt, in werkelijkheid oneindig is. Er is geen echte scheiding tussen jezelf en de rest van de kosmos. Je zult ook nergens de grens vinden tussen lichaam en geest, hoe goed je ook zoekt: die twee gaan geleidelijk in elkaar over. Materie is verdichte geest, geest is ijle materie.

‘In de hele kosmos is geen echte scheiding te vinden,’ stelt Tiemersma vast. ‘Het is een kosmos van zijn-zelf-zijn.’ Je kunt uiteraard scheidingen menen te zien tussen de voorwerpen waarop je oog valt, maar je kunt niet werkelijk constateren dat ‘jij’ daarvan gescheiden bent. Wat je ziet, hoort en betast met je zintuigen, is alleen maar de inhoud van wat je voelt, ziet en hoort – wat je allemaal merkt. Wat je werkelijk bént, zegt de advaita vedanta, is het bewustzijn daarvan. Het merken zelf, zeg maar. En dat is oneindig.

Dat is, in een notendop, non-dualiteit: de afwezigheid van twee-heid, van scheiding. Advaita in het Sanskriet: a is ‘niet’ of ‘afwezig’, dvaita is ‘tweeheid’. Vedanta betekent letterlijk ‘wetenseind’, kennis van de ultieme werkelijkheid. Die luidt: de ware aard van de mens is grenzeloze, absolute openheid, waarin alle scheidingen een illusie blijken te zijn. Eenheid is de basis van alles en die eenheid is er altijd, het is de essentie van het universum, en het is onze essentie.

Oneindige liefde

De meeste mensen hebben er weleens een glimp van opgevangen. Het kan bijvoorbeeld gebeuren als je ’s nachts naar de sterren kijkt, of op een zomerdag in het gras ligt en in de transparante blauwe hemel staart. Of als je met z’n allen ‘Aummmm’ zingt aan het begin van een yogales en je stem gaat op in die van de anderen. Het kan je ook overkomen als je met intense aandacht naar je pasgeboren baby kijkt en voor je gevoel verdrinkt in die onwaarschijnlijk open ogen. Je idee van afgescheidenheid lost op – je lost zelf eigenlijk op – en je voelt je één met een groter geheel. Dat is dus de waarheid, volgens deze oeroude Indiase leer. De eerste beschrijvingen ervan staan in de Upanishaden, boeken uit de achtste eeuw vóór Christus.

Vaak zijn het traumatische gebeurtenissen die ons in die eenheidservaring storten. Tiemersma vertelt in zijn boek Non-dualiteit dat hij als klein jongetje urenlang alleen gelaten werd in zijn bedje, omdat zijn moeder op bezoek ging bij zijn vader, die na een ongeluk in een verafgelegen ziekenhuis werd verpleegd. Een buurvrouw of tante kwam af en toe kijken en in de lange uren daartussen voelde de kleine Douwe zich totaal verlaten, totaal verloren, machteloos en alleen. ‘Toen ik daaraan toegaf, gebeurde er iets wonderlijks: alles viel weg en er ontstond een zijnservaring zelf die grote leegte te zijn, zonder vormen. In die overgang was er grote vreugde.’

Als je je volledig overgeeft aan verdriet of wanhopige eenzaamheid, kan dat als het ware omklappen. Er kan een besef in je opdoemen: ‘Maar ik bén dit gevoel niet. Het speelt zich wel in mij af, maar zelf ben ik veel groter dan dit. Ik ben eigenlijk oneindig groot…’ Mijzelf is dat eens overkomen toen ik, een jaar of vijfendertig oud, bodemloos verdrietig was en een hele avond lang gehuild had om de gedachte: niemand houdt van me. Toen alle tranen op waren, kwam er zachtjes, zoetjesaan, een vreemd maar rotsvast weten in me op: nee, dat is toch niet de waarheid, integendeel: alles houdt van me, het hele bestaan houdt van me, anders was ik er niet. Het vervaagde weer, maar het liet toch een bodem van een nieuw soort vertrouwen achter in mijn ziel.

Als dit besef niet alleen maar een glimp is, maar een radicaal inzicht, spreken we van ‘verlichting’ of ‘zelfrealisatie’. Dan weet je voorgoed wat je werkelijk bent – grenzeloos bewust-zijn. Ook wel bekend als onvoorwaardelijke liefde. Want liefde is een ander woord voor die eenheid. Als je beseft dat je ware aard het universele bewustzijn zelf is, schrijft Tiemersma, houdt dat automatisch volkomen acceptatie in van alles en van iedereen als jezelf. ‘Je bent alles en iedereen. Dat is de eigenlijke betekenis van “de ander liefhebben als jezelf”.’ Dit is wat je voelt als je een verlichte persoon ontmoet – grenzeloze liefde.

Maar natuurlijk is het dan wel zo dat je eigenbelang per direct met een factor zevenmiljard kleiner wordt. Want het verhaal van je eigen leven is nog steeds boeiend, maar niet noodzakelijkerwijze interessanter of belangrijker dan de verhalen van al die andere zevenmiljard medemensen, die ook allemaal in essentie diezelfde eenheid zijn, en die je in essentie dus ook bent. Zolang we nog stevig vastzitten aan ons eigenbelang is het dan ook knap lastig om dit inzicht te krijgen.

Valse verlichting

Vandaar yoga. Tiemersma was al in de jaren zestig een van de eerste Nederlanders die serieus aan yoga gingen doen en hij gaf jarenlang yogalessen. In zijn boek Chakrayoga vertelt hij waarom yoga belangrijk is.

Chakra’s zijn energiecentra in ons lichaam; meestal worden er zeven onderscheiden, van het wortelchakra onder in je onderbuik tot aan het kruinchakra boven in je hoofd. Elk van die chakra’s beslaat een levensterrein: kort door de bocht heeft het wortelchakra te maken met overleven, chakra nummer twee met seksualiteit, de zonnevlecht met actief zijn in de wereld, het hartchakra met liefde, het keelchakra met expressie, het derde oog met intuïtie en het kruinchakra met hoger inzicht en verlichting. In elk van die chakra’s kan de energie vast komen te zitten en bij vrijwel iedereen gebeurt dat ook, door de normale spanningen die we opdoen tijdens het opgroeien in deze wereld. De chakra’s raken gespannen en gesloten en die spanningen vormen ons ego, onze afweermechanismen.

‘Iedereen kent het verlangen om tot volledige ontspanning, openheid en compleetheid te komen,’ schrijft Tiemersma. ‘De eigen energieën kunnen zich openen en ontplooien, zodat ze de ruimte krijgen en hun natuurlijke weg kunnen gaan.’

Als de energieën in je lichaam zich vrij kunnen bewegen, voel je je innerlijk steeds vrijer worden, steeds ruimer en steeds gelukkiger. Uiteindelijk is er zoveel vrijheid dat je ‘ik-gevoel’ ook oplost, dat je niet meer ervaart dat je een afgescheiden persoontje bent met een ego en een hoop problemen; je stroomt moeiteloos mee met de grote levensstroom.

Je lichaam opschonen van spanningen is essentieel. Want je kunt met je verstand misschien wel de logische redenering volgen dat je niet de inhoud van je bewustzijn bent maar het bewustzijn zelf – en dat begrip kan je het idee geven dat je verlicht bent. Maar zolang in je lichaam nog spanning zit op de chakra’s, is dat een schijnverlichting. Als je bijvoorbeeld op het niveau van het wortelchakra, muladhara geheten, nog onbewuste spanning hebt zitten, voel je je niet veilig. Je bent niet geaard en je zoekt zekerheid buiten jezelf, zoals in strikte regels, of in agressie, of in veel geld verdienen.

Als de energie zich vrij door je lichaam zich kan bewegen, voel je je steeds ruimer en gelukkiger worden

Toegewijd oefenen

Met yoga – houdingen en ademoefeningen – kun je langzaam maar zeker de spanning op elk chakraniveau loslaten en oplossen. En naarmate de spanning oplost, laat je ook de identificatie met die energie los. Als de muladhara energie er helemaal kan zijn, maak je je je geen zorgen meer over je voortbestaan in de materiële wereld.

Tiemersma geeft per hoofdstuk eerst oefeningen waarmee je het energieveld van elk chakra kunt leren voelen. Voor de muladhara is dit bijvoorbeeld: met je vingers rondjes draaien op je perineum. En in staande houding je handen langs de achterkant van je billen en benen naar beneden laten glijden, via de wreef van je voeten weer naar boven strijken en langs je heupen weer naar je billen. Yogaoefeningen die erbij horen zijn de Hond (Adho Mukha Svanasana) en de Krijger (Virabhadrasana), maar ook bijvoorbeeld de hoelahoep: cirkels draaien met je heupen.

Daarna kun je het chakra zuiveren van spanning en het tot rust laten komen. Voor het wortelchakra doe je dat onder andere door op de grond te liggen met je knieën iets uit elkaar en opgetrokken. Je stelt je voor dat je inademt door je muladhara; bij elke inademing trek je je bekkenbodem naar binnen, bij de uitademing druk je hem iets naar buiten. Stel je intussen voor dat de ingeademde lucht helder en fris is en dit hele gebied schoonspoelt.

Vervolgens leer je de energie te concentreren en stil te leggen; voor het wortelchakra onder andere door stevige buikademhaling en de mantra LAM. Uiteindelijk zal de energie van dit chakra goed gaan circuleren. Dan ga je dóór met erop mediteren en erin ademen, net zo lang tot de energie oneindig wordt. Als je je helemaal laat zakken in het energieveld van dit chakra, komt het besef: ‘Ik ben dit oneindige aardse zijn.’ En daarmee daalt een enorme zorgeloosheid in je neer. Je leven gaat verder vanzelf.

Gelukzaligheid

Ervaren dat je één bent met de kosmos gaat gepaard met een grote vreugde. Ook wel genoemd: sat-chit-ananda – zijn, bewustzijn, en gelukzaligheid. Victor Hooftman herkent deze staat van zijn. Hij is al vele jaren bezig met advaita vedanta en was een leerling van Douwe Tiemersma. ‘In het begin was het frustrerend, omdat ik het wel snapte, maar niet voelde. Langzaam maar zeker begon het in te dalen. Als ik tegenwoordig wakker word, heb ik een warm tintelend gevoel van gelukzaligheid in mijn hartstreek. Het neemt af als ik opsta en de krant lees, maar blijft voortdurend als onderstroom aanwezig. Ik denk minder na over wat er gebeurt; het leven gaat vanzelf, de dingen dienen zich aan. Er kan weleens een praktisch probleem zijn, maar dat los ik op. Go with the flow… Er zijn nog steeds golven in de zee, maar ik weet dat ik niet het golfje ben, maar de zee.’

Ook Pia de Blok kent deze ervaring. Pia was yogalerares en advaita vedanta leerling: ‘Als je echt diep ontspant, niet alleen lichamelijk en geestelijk, maar ook in inzicht, dan gaat er iets gebeuren, dan raken alle knopen van spanning los. Dan zie je ineens dat het waar is dat je je niet druk hoeft te maken, dat er geen piekerproblemen zijn, geen piekergedachten. Mijn migraine verdween. Ik zie de liefde in iedereen, ook in mensen die naar tegen me doen. Verder blijft het stil in mij.’

Illustraties: Bodil Jane


 

Lichtmeditatie

Kijk naar de blauwe lucht die vol zonlicht is en richt je met gesloten ogen naar de zon. Als er geen blauwe lucht en zon zijn, stel je die dan voor, zo precies mogelijk. Ervaar bewust de oneindigheid van de hemelruimte en de straling van het zonlicht.

  • Word je bewust van het gevoel in je hartstreek en laat je hart opengaan. Dat is mogelijk als je gevoelsmatig de ruimte voor en boven je ervaart. Laat dan het zonlicht in je hart stralen. Steeds meer licht komt in je hart, totdat je zelf als de zon gaat stralen in de hele ruimte.
  • Stel je voor dat je naar boven vliegt, steeds meer in die stralende ruimte, in het stralende licht. Ervaar dat je zelf steeds meer de kwaliteit van licht krijgt en gaat samenvallen met het licht.

Hoe groot ben je nu? Zijn er nog grenzen en scheidingen aanwezig?

Uit: Non-dualiteit van Douwe Tiemersma