Het voorjaar: de tijd voor een nieuwe, frisse start. Vaker hardlopen, minder snoepen, en vanaf nu écht elke ochtend een halfuur op je yogamatje. Waarom is het zo moeilijk die discipline op te brengen? Sterre van Leer, hoofdredacteur van Psychologie Magazine, bespreekt met yogadocente Sanne Kerkhof hoe we onszelf het beste kunnen motiveren.
Lezen over yogafilosofie kan zinvolle inzichten opleveren. Maar de echte uitdaging zit ’m in het toepassen ervan in het dagelijks leven. Neem nu het thema discipline. Patanjali vertelt in het eerste deel van de Yoga sutra’s dat we onze geest tot rust kunnen brengen door aanhoudend oefenen, ‘lange tijd, zonder onderbreking en met volledige toewijding’. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Zeker in de winter kan het een gevecht zijn om dat halfuur eerder op te staan voor je oefeningen, of ’s avonds in het donker naar je les te fietsen. Hoe ontwikkel je tapas, doorzettingsvermogen? Hoe voorkom je dat je voor de honderdste keer goede voornemens formuleert, om daarna toch weer terug te vallen in oud gedrag? Kunnen we wel echt veranderen? Ik praat erover met Sanne Kerkhof, die lesgeeft in Vijñana yoga – een yogatraditie waarin meditatie en zelfonderzoek minstens zo belangrijk zijn als de oefeningen op je mat.
Het klinkt zo makkelijk als Patanjali het zegt. Maar gedisciplineerd oefenen vind ik nog een hele kunst.
‘Dat is het ook.’
O. Dat vind jij dus ook?
‘Natuurlijk! Vergis je nooit in hoe makkelijk iets lijkt voor een ander. Ik kom ook niet vanzelf om zes uur ’s morgens op mijn meditatiemat terecht; dat heb ik mezelf ook moeten aanleren. “Voor jou is het makkelijk,” zeggen leerlingen weleens, “jij oefent elke dag.” Ja hallo, zeg ik dan; dat was in het begin ook niet zo!’
Maar jij stapt wel elke ochtend op je mat, ook als je weinig tijd hebt of als je moe bent. Ik neem me dat voor, maar als puntje bij paaltje komt, druk ik toch weer op de snoozeknop.
(Lacht.) ‘Het enige wat ik kan zeggen is gewoon: discipline. Dat is wat Patanjali bedoelde met tapas. Letterlijk betekent tapas vuur, hitte; het staat voor intense gedrevenheid. We denken daarbij al snel aan hard werken, veel zweten, uitdagende asana’s. Maar dat is nog geen tapas. Je kunt ook heel gedisciplineerd oefenen en toch nooit je voeten op je hoofd krijgen; of je hebt van nature een soepel lichaam en je komt ook wel in die houding zonder dat je onderweg iets aan zelfinzicht gewonnen hebt – dat kun je niet zien aan de buitenkant. En dan ontstaat er een misverstand, want yoga is uiteindelijk zelfstudie, geen acrobatische oefening.’
Wat is tapas dan wel voor jou?
‘Tapas is ook dat je gewoon die mat uitrolt en elke dag gaat zitten, omdat je je dat hebt voorgenomen. Dat soort discipline kost veel meer tijd en geduld. Je oefent jezelf om iets uit te zitten, om in balans te blijven in situaties die niet gemakkelijk zijn. Zelf heb ik een goede leerschool gehad. In de periode dat ik de docentenopleiding deed, had ik al twee kleine kinderen en werd ik zwanger van de derde. Mijn medestudenten spraken vaak om vijf uur ’s middags af om samen te oefenen, maar dan kon ik nooit; dat was het absolute spitsuur. Daardoor was ik heel erg op mezelf aangewezen. Als ik wilde oefenen, moest ik zelf mijn mat uitrollen.’
Tapas is dat je gewoon die mat uitrolt en elke dag gaat zitten
Het gaat dus om de actie, om het feit dát je oefent, en niet per se om de intensiteit?
‘Het doet er sowieso niet toe of je je voeten op je hoofd kunt leggen in de Schorpioen. Zitten en mediteren, en niet weglopen voor de demonen die dan bovenkomen: dat is ook tapas. De confrontatie aangaan met je eigen patronen. Als je competitief bent ingesteld en je merkt dat het eigenlijk je ego is dat je drijft om die uitdagende houdingen te kunnen, dan moet je misschien wel minder hard werken. En als je van jezelf weet dat je een beetje peper nodig hebt, hup, dan gooi je er wat meer fysieke pit in. Die dingen leren zien bij jezelf, dat is uiteindelijk de reden dat we oefenen.’
Dus je oefent om juist dat te doen wat niet vanzelf gaat.
‘Je moet de leuke én de minder leuke dingen oefenen. Hoeveel zin je ergens in hebt, is niet de maatstaf; dat is in een practice niet heel anders dan in de rest van het leven.’
Oké: terug naar het meditatiedilemma. Het is half zeven, mijn bed is warm en de vloer is koud.
‘Het is heel simpel. Als je eenmaal merkt dat je makkelijker kunt relativeren en met iets meer afstand naar jezelf kunt kijken als je wél die twintig minuten gaat zitten, dan is het echt niet moeilijk meer om die mat ’s morgens uit te rollen. Het lastige is alleen dat het niet meteen effect heeft. Daar moet je doorheen, om te gaan ervaren dat het uiteindelijk steeds meer vanzelf gaat. Wat ik een behulpzame gedachte vind, is dat alle oude teksten stellen dat onze natuurlijke staat er een is van goedheid. Je “slechte” gewoonten en reacties heb je later verzameld. Als je daarvan uitgaat, wordt het veel makkelijker om het goede te beoefenen.’
Echt? Onze natuurlijke staat is er volgens mij een van luiheid. Een psycholoog heeft eens uitgelegd wat het mechanisme is achter de vreugde wanneer je een parkeerplek vindt precies voor de deur. Dat gevoel van beloning kun je niet onderdrukken, want ons hele systeem is ontworpen om te functioneren met zo min mogelijk energieverlies.
‘Maar dat is toch precies hetzelfde als oefenen en merken dat het steeds meer vanzelf gaat?’
Daar zeg je wat… We moeten dat evolutionaire programmaatje gewoon vóór ons laten werken, in plaats van tegen ons?
‘Precies. Maar dan moet je wel eerst oefenen, want anders komt dat niet!’ (Lacht.)
Wat kan yoga ons leren over goede voornemens?
‘Ten eerste dat je de verandering niet buiten jezelf moet zoeken. We hebben heel vaak een bepaald beeld: als ik nou eerst vijf kilo ben afgevallen, als ik maar eerst de baan heb die ik wil, dan wordt het leuker. Ja, en dan? Je bent echt niet iemand anders als je vijf kilo bent afgevallen; je ziet er alleen een beetje anders uit. Zelfs als je alles hebt bereikt wat op je lijstje staat, heb je nog steeds te dealen met jezelf. En ten tweede: een voornemen wordt snel een oordeel over wat er niet goed is aan jou. “Ik wil vijf kilo afvallen” betekent eigenlijk: ik ben te dik. “Ik zal vaker langsgaan bij mijn ouders”: ik ben ondankbaar. Maar ahimsa is niet voor niets een van de basisbeginselen van yoga. Geweldloosheid moet je niet alleen naar anderen vertalen; het geldt ook tegenover jezelf. “Look at yourself with a parental eye”, zegt mijn eigen lerares, Orit Sen-Gupta. Dat vind ik heel mooi, want dat vergeten we vaak.’
In de psychologie is veel geschreven over gedragsverandering en welke factoren daarbij helpen. Negatieve formuleringen werken bijvoorbeeld niet; je kunt beter formuleren waar je wél heen wilt.
‘Absoluut. Je kunt beter zeggen: “Ik vind het belangrijk om goed voor mezelf te zorgen” dan “Ik mag niet roken”. Ik geloof ook dat de motivatie echt inhoudelijk moet zijn: dat wat je wilt veranderen moet er werkelijk toe doen. Dus niet iets uiterlijks wat totaal niet relevant is als je er aan het einde van je leven op terugkijkt. Het grootste gevaar is dat we te snel te veel willen. Je kunt grote veranderingen niet zomaar afdwingen. Het zit in de menselijke aard om een bepaald resultaat te willen bereiken, maar alle oude teksten gaan erover dat de weg naar het doel een onderdeel is van de verandering. Het gaat niet om de bestemming. Het gaat om wat je leert onderweg.’
Je denkt: als ik maar eerst vijf kilo afval, dan pas wordt het leuk
Wat vind jij een goede eerste stap?
‘Begin maar met gezond eten. In de klassieke yogateksten wordt ook gewerkt van tastbaar naar meer subtiel; van het lichaam naar bewustwording. En je moet toch eten, dus daar kun je makkelijk een practice van maken.’
Hoe?
‘Door te beseffen dat je belangrijk genoeg bent om goed voor te zorgen. Blijf een beetje realistisch; het is sowieso niet slim om te praten in termen van “nooit meer”. Begin gewoon met een kleine goede gewoonte die je vasthoudt, een kleine verandering in het patroon. Als je merkt dat je dat kunt opbrengen, heb je een succes-ervaring die je sterkt in de volgende stap. Maar ga het wel meteen doen, in plaats van er een goed voornemen van te maken. Begin gewoon. Morgen heb je echt niet meer discipline dan vandaag.’
Sanne is gespecialiseerd in zwangerschaps- en postnatale yoga en is medeoprichtster van Samana Yoga.
Beeld: Harold Pereira, styling: Odette Simons, Nicky Groenewoud (ass.), visagie: Manonne Boerema
0 reacties
Geef je reactie