Op de yogamat weet je wat je moet doen, in de supermarkt raak je soms de weg kwijt. Wel of geen vlees? Kan die diepvriespizza wel? De yogaleer vertelt ons hoe we zouden moeten eten. Maar hoe doen yogi’s dat in de praktijk, in een druk dagelijks leven?

De yogageschriften kennen vijf basisregels over eten

  1. Een van de yama’s, de leefregels uit de door yogameester Patanjali geschreven Yoga sutra’s, is ahimsa, volledige geweldloosheid. Met volledige geweldloosheid wordt bedoeld: eerbied voor al het leven. Daarom eet een traditionele yogi vegetarisch.
  2. Let op de hoeveelheid voedsel die je eet. Kies voor kleine, licht verteerbare maaltijden. Prop je niet zo vol dat je van je stoel rolt. In de Hatha Pradipika wordt dit mooi verwoord: ‘Vul de helft van de maag met vast voedsel, een kwart met vloeistoffen en laat een kwart over voor het Goddelijke.’
  3. Daarnaast is het belangrijk voor vers en zuiver (sattvisch) voedsel te kiezen. Dit zijn voedingsmiddelen die je systeem tot rust brengen. Denk aan verse groenten, bonen, vers fruit, honing, ghee en bruine rijst. Het tegenovergestelde van sattvisch voedsel zijn rajastisch en tamastisch voedsel, deze brengen onrust in je lichaam of maken het zwaar. Hierbij gaat het om pittig, zuur, zout of ranzig eten en kliekjes van de vorige dag.
  4. Zorg dat je je eten goed kauwt. Door de beweging van je kaken komt er meer levensenergie vrij uit het voedsel en worden voedingsstoffen beter opgenomen.
  5. En last but not least: wat je eet moet ondersteunend zijn aan het innerlijke werk dat je verricht. Dus wat je practice van die dag ook is, zorg dat je eetpatroon erop aansluit.

Deze voorschriften komen uit een andere tijd en zijn bedoeld voor yogi’s die intensief yoga beoefenen. Nu staan de zaken er anders voor; rennen, vliegen, werk, kids naar voetbal, hijg, hijg, boodschappen doen! Elke dag de mat uitrollen voor een uitgebreide yogasessie zit er voor velen van ons niet in. Hoe wordt er tegenwoordig omgegaan met de oude geschriften, wat eet de yogi die ook weleens rent en vliegt? We vroegen het drie bekende yogadocenten.


Jan Kuiper, gitarist, yogadocent en schrijver:

‘In principe vermijd ik alles wat uit een bakje, pakje of zakje komt. Dat staat bol van toevoegingen en andere rotzooi. Je bent knettergek als je voedsel neemt dat geen prana bevat! Als ontbijt eet ik een smoothie, daar gooi ik alles in wat ik maar kan verzinnen; spinazie, appel, paprika en nog veel meer. Af en toe heb ik behoefte aan iets warms, dan eet ik havermout. Brood eet ik nooit, dat vind ik troep. Verder heb ik, behalve dat ik vegetarisch eet, geen vaste eetgewoonten. Kort samengevat is het puur en vers. Tenzij we het hebben over een echte tiramisu, daar mag je me ’s nachts voor wakker maken!

Mensen vragen weleens aan me of ze vegetarisch moeten eten. Dan zeg ik: “Dans ermee.” De kunst van het omkeren. Eet je nu een koe per week, kijk eens wat ervoor in de plaats komt als je het vlees weglaat. Eet je vegetarisch? Koop eens een goed biologisch stuk vlees. Ahimsa is breder dan geen vlees eten, je kunt ahimsa uitoefenen in woord, gedachte en gebaar. Ik kies ervoor geen vlees te eten, maar de meeste mensen zijn niet zo zwart-wit. Daarom zeg ik tegen hen: dans ermee, breek je patronen en bepaal wat werkelijk goed is voor jou.’

Yogadocente Marieke de Lange:

‘Ik ben niet het standaard bruine-boterham-met-kaastype. Ik hou van warme, verse en stevige maaltijden. Als ontbijt maak ik havermout, daarin kook ik wat appel of banaan mee. Verder voeg ik kruiden toe zoals gember, kaneel, wat kardemom en een snufje kurkuma; dat laatste is goed voor de gewrichten. Wat ik tijdens de lunch eet, hangt af van waar ik op dat moment ben. Als ik thuis ben, maak ik meestal een stevige soep met een paar sneetjes speltbrood. Het avondeten is bij ons thuis altijd warm. Ik maak dan bijvoorbeeld basmatirijst, linzen ofmungbonen met roergebakken groente.

Geweldloosheid is voor mij een belangrijk thema, maar de yogafilosofie is niet de reden dat ik vegetarisch eet. Toen ik acht jaar oud was, overleed mijn kleine zusje. Voor het eerst van mijn leven werd ik geconfronteerd met een lijk. In het hoofd van een achtjarige was een dood dier ook een lijk, en op dat moment besloot ik geen vlees of vis meer te eten. Ik wilde niks doods in me. Gelukkig heeft mijn moeder mijn wens gerespecteerd, er werd thuis nooit moeilijk gedaan over mijn vegetarische eetpatroon.

Los van wel of niet vegetarisch eten is het misschien nog wel het allerbelangrijkste dat je een maaltijd met plezier en liefde klaarmaakt en opeet. Je kunt beter met plezier iets eten wat minder gezond is dan met een chagrijnige kop op een groene salade knagen. Mijn lievelingseten? Zonder twijfel boerenkool met uitgebakken tofoereepjes!’

Ik ben geneigd ahimsa te vertalen naar: weet wat je eet

Yogadocente Carolien Slooff:

‘Geweldloosheid is voor mij een westerse gedachtegang. Ik ben voor mijn werk veel in Afrika en Azië geweest. Mensen leven daar zo dicht bij de natuur dat geweldloosheid een onbekend woord is. Het is niet gewelddadig, het is een kwestie van leven en overleven. Hier hebben wij een keuze, er zijn alternatieven zat als je vegetarisch wilt eten. Ik ben geneigd om ahimsa te vertalen naar: weet wat je eet. Waar komt het vlees vandaan dat je op je bord hebt? Heeft het dier een goed leven gehad? Zelf eet ik overigens al jaren vegetarisch, daar ben ik op mijn achttiende mee begonnen om politieke redenen. Ik kan na zoveel jaar geen reden verzinnen waarom ik vlees zou eten. Verder eet ik graag zelfgebakken brood, heb ik een haat-liefdeverhouding met koffie en hou ik ontzettend van hagelslag. Als ontbijt eet ik meestal yoghurt met fruit, in de middag brood en ’s avonds varieert het. Ik maak vaak iets met peulvruchten, bijvoorbeeld linzen met verse groente. O ja, en ik ben dol op kaas, maar het is nou niet zo dat mijn lichaam zegt: “Je hebt nu kaas nodig.” Ik probeer zo gezond mogelijk te eten met af en toe wat verwennerij: die kaas, 
de hagelslag of een heel goed glas wijn.’