Met een overvolle mailbox en een hoofd vol ‘moetjes’ vertrekt hoofdredacteur Heleen Peverelli naar Nepal. In het boeddhistische klooster waar ze verblijft, hoopt ze het antwoord te vinden op de vraag: hoe kan ik mijn leven minder hectisch inrichten?

 

Ik ben zó toe aan een boeddhistisch klooster. De yogareis naar Nepal heeft geweldige dingen op het programma: Kathmandu bekijken, wandelen op het platteland, crematies meemaken in een tempelcomplex. Maar het allermeest verheug ik me op het slapen en mediteren in het boeddhistische klooster. Eenvoud, rust, reflectie. Oh, wat is dat welkom.n de weken voor deze reis ben ik in razend tempo mails aan het wegwerken. Wat er onderaan de lijst af gaat, komt er bovenaan weer bij. Alleen maar door, door, door. ’s Ochtends word ik rond vijf uur wakker met een lijst in mijn hoofd van wat er allemaal gebeuren moet. Alles lijkt enorm belangrijk. En steeds vaker vraag ik me af: is dit hoe ik mijn leven wil inrichten? We hebben in dit veilige land alles wat we willen en toch kiezen we voor een hectisch leven, dat alsmaar voller wordt. Waarom? En hoe kan ik het anders doen? Ik hoop het antwoord te vinden in het boeddhisme.

Ochtendmeditatie

Yogadocente die de reis organiseert – Marion Werger (50) uit Borculo – heeft zelf een jaar met haar gezin in Nepal gewoond, en dat geeft een veilig gevoel. Ze blijkt een heel fijne yogadocente en is met haar onverwoestbare enthousiasme een vrolijke reisleidster. Zij geeft ook coaching bij stress en burnout, dus bij haar zijn we aan het juiste adres. ‘In onze maatschappij komt er zoveel op je af. Mensen zitten er helemaal in: alles moet af, alles is belangrijk. De functie van yoga en meditatie is afstand nemen.’

Op het nachtkastje van mijn hotelkamer in Kathmandu ligt een oeddhistische bijbel: The Teaching of Buddha. Ik sla hem open en lees: ‘Alles wordt gecreëerd door onze mind. Zodra we leren dat de wereld van illusies alleen in onze geest bestaat, wordt de verwarde geest helder, en bereiken we Verlichting.’ Dat is waar, natuurlijk. We moeten vaker uit ons eigen hoofd stappen en op een afstandje naar onszelf kijken. We maken het zelf zo belangrijk; onze zorgen, de tijdsdruk, het eeuwige moeten.

Toegegeven, afstand nemen van je eigen leventje is een stuk makkelijker op fysieke afstand, in een heerlijke warme hotelkamer in Nepal met schone, gestreken lakens. Maar ook hier draag je je eigen hoofd gewoon met je mee. De eerste ochtend word ik om half vijf wakker en grijp meteen naar mijn telefoon. Maar ik hou mijn reflex om mijn mail te checken tegen, en pak de boeddhistische bijbel erbij. Ik zweef met mijn hand boven de pagina’s, voel wat de passage is die mij vandaag gaat helpen, en… prik: ‘Je moet elkaar respecteren, mijn lessen volgen en afzien van ruzie. Je moet elkaar niet afstoten, zoals water en olie, maar samengaan, zoals melk en water.’

De demonen lusten ook graag een glaasje fanta, wat een gezellig idee.

Hmm, dit is niet de instant-wijsheid waarop ik had gehoopt. Naar de yogales dan maar, op het dak van het hotel. Helaas regent het. Marion laat zich niet van de wijs brengen en in mum van tijd heeft ze een alternatief programma geregeld: we mogen in het aanpandige klooster meekijken met de ochtendmeditatie. In de kleurige en met goud versierde ruimte zitten een stuk of twintig boeddhistische jongetjes te chanten, begeleid door een ritmische gong. Eindeloos reciteren ze de mantra’s, wat meditatief op ons inwerkt. Ernaast is een altaar opgetuigd met offers aan de geschilderde demonen, waaronder grote flessen fanta en bier. Het boeddhisme komt hier in vele verschijningsvormen, leren we later, en de Nepalezen mengen er onbekommerd allerlei hindoeïstische goden doorheen. Wel fijn dat ze er niet zo heilig over doen. De demonen lusten ook graag een glaasje fanta, wat een gezellig idee.

Hebzucht

’s Avonds maken we een uitstapje naar de stupa, het middelpunt van de verkeersvrije boeddhistische wijk waar we logeren. In Nepal is negen procent van de bevolking boeddhist. De stupa is een immens grote witte koepel, met waakzame ogen erop geschilderd. Eromheen wandelen oude vrouwtjes, jongeren en kinderen. Officieel moeten ze er dagelijks 108 keer omheen lopen, en dus hebben ze allemaal flink de pas erin. De sfeer is gemoedelijk, het plein omringd met gezellige cafés met dakterras. Regelmatig krijg ik een glimlach van een vrouw in een prachtig gekleurde sari, schattige kindjes met bruine ogen zwaaien. Het schemert, uit een winkel klinkt de muziek van de mantra Om mani padme hum. Ik voel me ontroerd en bevoorrecht.

De volgende ochtend tijdens de yogales op het dak, deze keer in een heerlijke ochtendzon, legt Marion uit wat de betekenis is van deze mantra. Het gaat over het overwinnen van trots (om), jaloezie (ma), begeerte (ni), domheid (pad), hebzucht (me) en haat (hum).

Van hebzucht heb ik niet zoveel last, denk ik. Totdat ik ’s middags de prachtige sieraden zie, die je hier voor een prikkie kunt kopen. Er flikkert een hebzuchtig vlammetje in me. En dan ben ik ook nog op stap met een, met zilver en stenen behangen, fotograaf, die precies weet wat het prijsverschil is met Nederland. Innig tevreden kom ik thuis met gekleurde, met zorg gemaakte zakjes met ringen en oorbellen erin. Niet echt boeddhistisch, zegt een stemmetje in mij. Maar wat als ik van een afstand naar mezelf kan kijken en besef dat ik die ringen niet ben, dat ik ze niet echt nodig heb? Van een afstandje naar jezelf kijken is al een prachtige eerste stap, toch?

Van een afstandje naar jezelf kijken is al een prachtige eerste stap, toch?

De illusie van het zelf

Dan is de dag aangebroken dat we naar het klooster mogen. Over stoffige wegen rijden we naar het platteland. Die wegen waren al niet zo best en door de grote aardbeving zijn ze er niet beter op geworden. Veel mensen dragen mondkapjes tegen de vervuiling. Files en stof, met aan de rand van de weg allemaal soortgelijke winkeltjes, waarvan het assortiment slechts uit zakjes chips, cola en Chupa Chups lollies lijkt te bestaan.

Het klooster is daarentegen omgeven door fris, gemaaid gras. De kamers zijn best luxe, met een goede warme douche. En het eten is zalig. Nepal is een walhalla voor de vegetariër: verschillende bakjes met niet één soort groenten, maar minstens drie. Heerlijke gebakken bloemkool, fijne spinazie, kruidige linzen, geurige rijst, knapperig naanbrood en pittige sausjes. En overal goede cappuccino. Wat een land.

In de mooie yogaruimte krijgen we een lezing over het boeddhisme van de Scandinavische Ellen. Ze vertelt over het boeddistische concept van het lijden en over het achtvoudige pad. En vervolgens over de illusie van het zelf. ‘We moeten begrijpen hoe de geest werkt. We hebben het over ons zelf. Maar wie ben je? Ben je je lichaam? Dat verandert; je hebt niet hetzelfde lichaam als toen je een baby was. En als je zegt: ik ben gekwetst, wie is er dan gekwetst? Is het je ziel, kun je die vastpakken? De ‘ik’ die we ervaren, is problematisch. Want als er een ‘ik’ is, is er ook een ander. En daar beginnen de conflicten.’ Het is het concept van sunyata, van non-dualiteit. Niets bestaat buiten de mind. ‘Neem deze iphone. Voor ons is het een belangrijk ding, voor een hond is het een leuk speeltje. Niets heeft absolute eigenschappen, het zijn allemaal kwaliteiten die er door onze geest op zijn geplakt.’ Je kunt deze wijsheid natuurlijk heel goed toepassen op de drukte die wij ervaren. We zien die meestal als absolute waarheid: die mails moeten echt beantwoord, die deadlines moeten echt gehaald. Maar het is slechts onze geest die alles waarde toekent. Uiteindelijk zijn het allemaal illusies.

Hoe moeilijk is het om het concept van non-dualiteit toe te passen met onze westerse blik? Het idee van een ‘ik’ en een ‘jij’ is zo enorm verankerd in onze manier van kijken. Ik denk niet dat ik dat ooit kwijtraak. ‘Je hebt twee niveaus waarop je de wereld kunt bekijken’, legt Ellen uit: een conventioneel niveau en een ultiem niveau. Het conventionele niveau is nodig in het dagelijks leven, om het werkbaar te houden. Maar het kan helpen om de wereld vaker te bekijken vanuit de boeddhistische relativering. Meditatie is daarbij je grootste hulp. Even afstand nemen, even uit je eigen kleine geest stappen. Voelen dat de wereld groter is dan jij, dat er in jezelf een onveranderlijke kern is, die onberoerd blijft tijdens de dagelijkse zorgen. Het aantal mails zal er niet minder om worden, wel de manier waarop je ermee omgaat.

In stille overpeinzing verlaten we de yogaruimte. De groep gaat in ‘noble silence’ naar de kamers. Fotograaf Harold en ik lopen richting de kloosterzaal. Het altaar is zoals gewoonlijk omringd door kleurig geschilderde goden, en voorzien van wierrook en gekleurde kerstlampjes. In het midden zit een metershoge, schitterende gouden boeddha. We hebben er beiden heel wat gezien in de loop der jaren, maar zelden zo’n indrukwekkende. Wat een schoonheid, wat een rust en wat een kracht gaat er van hem uit.

Eerbiedig schuifelen we naderbij, niet zeker wetend of het mag. Als we vlak onder de boeddha staan, kijken we voorzichtig omhoog, recht in zijn priemende ogen. Intens kijkt hij op ons neer, tegelijkertijd streng en liefdevol, met een klein lachje om zijn lippen. Hij kijkt recht in onze ziel. Zonder woorden maken we beiden een diepe, diepe buiging.

Terug op mijn kamer zie ik door mijn raam de kerstlampjes van de boeddha flikkeren. Troostrijk. Ik denk aan mijn leven thuis in Amsterdam. Hoe neem ik deze rust, dit gevoel deel uit te maken van een groter geheel, mee in mijn leven?

Kwestie van oefenen

Mijn kersverse boeddhistische levenshouding wordt de volgende dag al op de proef gesteld, tijdens de busrit richting de biologische boerderij, waar we twee nachten mogen logeren. Ik heb ooit een ernstig busongeluk gehad in Ecuador, waarbij twee doden vielen. Daardoor sta ik nu doodsangsten uit als de bus langs afgronden rijdt. Nou ja, afgronden… dat idee zit natuurlijk alleen in mijn mind. Marion zit zoals altijd te stralen: ‘Hoe zijn jouw gedachten hierover?’ Ik doe mijn best en pas alle gedachtentrucs toe. Natuurlijk identificeer ik mezelf teveel met mijn lichaam. Alles is tijdelijk. Het enige dat zeker is, is dat alles verandert. Heb vertrouwen. Accepteer gewoon wat er is. Het leven hoeft zich niet anders te ontvouwen dan hoe het zich op dit moment aandient. En ondertussen hel ik bij iedere kloof aan de linkerkant van de weg naar rechts, zodat ik de bus hoogstpersoonlijk op het juiste pad hou.

Met de voeten in het gras maken we zijwaartse strekkingen, gebaseerd op de Chinese seizoenenleer

In de yogales op de boerderij laat ik alles los. Met de voeten in het gras, onder de blauwe hemel, maken we vloeiende bewegingen. Heerlijke zijwaartse strekkingen, gebaseerd op de Chinese seizoenenleer. ‘Ik kijk gewoon wat de klas nodig heeft, meestal wordt de les totaal anders dan ik van tevoren had bedacht’, zegt Marion lachend. We genieten van de speelse laaste les, waarin we alles mogen proberen. En ik geniet van de buitenlucht en van de groep, die na een week heel vertrouwd is geworden. ‘Het lijkt wel kamp!’, zegt een van de vrouwen stralend.

Mijn lichaam weet wel wat goed is. En mijn geest? Ook al ben ik nog geen volleerd boeddhist, de filosofie helpt wel. Het is een kwestie van oefenen, iedere dag weer. Het is hard werken, had Ellen al gezegd. Vanuit de psychologie weet ik dat er in onze hersenen veel ingesleten paadjes zijn, die zorgen dat we steeds volgens dezelfde patronen denken. Maar ik weet ook dat je die paadjes kunt verleggen. Door je steeds weer bewust te zijn van de illusies die je geest je voorspiegelt. Door van een afstand naar je gedachten te kijken. Door ze te accepteren, en ook een beetje te veranderen. In meditaties, maar ook op de fiets of achter je computer. Dat is het antwoord dat ik meeneem naar huis.

 

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Happy Soul Travel.

Beeld: Harold Pereira