Pijn of geluk, verdriet of vreugde: alles wat in ons omhoog komt, kan ons helpen groeien en bloeien. Als we maar goed geworteld zijn en ons durven overgeven aan het leven. Daar herinnert Ardha Padma Vrksasana ons aan, de Boom met de Halve Lotus.
Het was weer eens zover: de goden en de demonen hadden ruzie met elkaar. Hoe die ruzie was begonnen, doet er niet zo veel toe. Zelfs de strijdende partijen waren al bijna vergeten hoe het was gestart, wie de een had uitgemaakt voor idioot en wie de ander vervolgens voor de voeten had gespuugd.
Feit was dat de ruzie hoog was opgelopen en dat het er voor de goden niet goed uitzag. Zij waren ergens aan het begin van de ruzie vervloekt geraakt en hadden daardoor hun energie verloren. Lamlendig als ze zich voelden, konden ze niet op tegen de demonen. Die hadden inmiddels de wereld in duisternis gehuld, wat de goden vanzelfsprekend niet lekker zat.
Strijd tussen de goden en demonen
Om hun kracht terug te krijgen, besloten de goden om de nectar der onsterfelijkheid te drinken. Eén probleem: de nectar bevond zich op de bodem van de oceaan. En de goden hadden de energie nu niet om deze zelf naar boven te halen. Schoorvoetend gaven ze het toe: ze hadden de hulp van de demonen nodig.
Na veel ‘What’s in it for us?’ en ellenlange vergaderingen stemden de demonen toe. Gezamenlijk trokken de goden en de demonen naar de oceaan. Zelfs voor een zo krachtige groep bleek de oceaan te diep om naar de bodem te duiken en de nectar omhoog te brengen. Er zat niks anders op dan de oceaan te karnen. De demonen en goden braken dus een berg af, staken deze ondersteboven in de oceaan en wikkelden hier de slang Vasuki omheen (die was namelijk erg lang). Eén uiteinde van de slang werd door Team Goden vastgehouden, het andere uiteinde hield Team Demonen in handen. Door afwisselend aan een uiteinde te trekken, karnden ze samen de oceaan.
De mythe van Ardha Padma Vrksasana
Er kwam van alles naar boven. Waarschijnlijk was het vergelijkbaar met wat je ziet wanneer de grachten van Utrecht worden leeggehaald: er komen massa’s fietsen omhoog, met hier en daar een verdwaald tuinbankje, een paar schoenen en een wandelstok ertussen. Behalve al deze rotzooi kwam er ook een godin omhoog. Ze stelde zich voor als Jyestha, godin van het ongeluk.
Jyestha was geen klassieke, tere schoonheid, zoals de godinnen die tot dusver de aarde hadden bewoond. Jyestha was alles behalve fragiel. Volle borsten, met tepels die bijna haar navel aanraakten. Een zachte, ronde buik, die ver naar voren stak. Haar voeten sterk, solide. Scherpe slagtanden die langs haar mondhoeken omlaag krulden, en een blik die kon doden. In haar opgeheven rechterhand hield ze een lotusbloem.
Behalve de lotusbloem bracht Jyestha gif met zich mee. Een gif zó sterk, dat het al het leven op aarde kon verwoesten. Een golf van angst gleed door de groep goden en demonen. Er was slechts één god die zich niet liet afschrikken door Jyestha’s uiterlijk en uitstraling. Shiva, zelf de god van vernietiging en daardoor vaak gevreesd, was gecharmeerd van deze godin, die zich niet liet intimideren door een groep goden en demonen.
Hij keek door haar ietwat afschrikwekkende verschijning heen en begreep wat er nodig was om het evenwicht op aarde te herstellen. Zonder te twijfelen wierp hij zich voor Jyestha op zijn knieën, en hij dronk vol overgave het gif op dat zij met zich mee had gebracht. Jyestha raakte zacht zijn keel aan, waardoor het gif daar bleef steken en zich niet verder door zijn lichaam verspreidde. Shiva’s keel werd (en bleef voor altijd) blauw. Dit ter herinnering aan het feit dat we in dit leven op aarde pijn en verdriet zullen ervaren, maar dat wanneer we ons daaraan overgeven, we ook gesteund worden door het leven zelf.
Tweelingzussen
Terwijl Jyestha tegen een boom geleund toekeek, karnden de goden en demonen verder. Niet veel later kwam er allerlei moois uit de oceaan omhoog: bloemen, regenbogen, zachte roze wolken en een stralende godin. Lakshmi heette dit tweelingzusje van Jyestha. Uiteraard was zij de godin van het geluk. Zij bracht net als haar zus een lotusbloem mee, en iets te drinken: de nectar der onsterfelijkheid.
De goden dronken gauw hun helft op en kregen direct hun kracht en energie terug. Omdat de demonen nu eenmaal demonen waren, kregen ze onderling ruzie wie als eerste van de nectar mocht drinken. Tijdens hun geruzie stootte een demon de kan met nectar om, waardoor hun deel van de nectar op aarde viel en verloren ging. Zo wonnen de goden uiteindelijk van de demonen en werd de balans op aarde hersteld.
Lakshmi trouwde achtereenvolgens met de regengod Indra, de watergod Varuna, de maangod Soma en de krijgergod Vishnu. Haar voor die tijd ietwat ongebruikelijke verloop van relaties leverde haar de naam op onbetrouwbaar en vluchtig te zijn. Net zoals geluk, dus: zodra je het probeert vast te houden, verlies je het al.
De houding van de Boom herinnert ons eraan hoe we door sterk en geworteld te staan, steeds verder kunnen oprijzen, groeien en tot bloei komen. Vanuit de diepte komen soms pijn en verdriet omhoog, maar ook vreugde en schoonheid. De Halve Lotus in de Boom staat symbool voor de schoonheid die ontstaat zodra we durven te kiezen voor groei, zoals een lotusbloem bloeit met haar wortels in de modder. Samen vormen ze Ardha Padma Vrksasana. Breng daarom in deze pose je armen omhoog om te vieren hoe ver je al bent in je groeiproces. En geniet van het resultaat, zonder vast te houden aan verwachtingen.
Stap voor stap
Oefenen? Zo kom je in Ardha Padma Vrksasana:
Meer yogaoefeningen? Ontdek ons online platform Yoga by Happinez, boordevol meditatie- en yogalessen van de beste docenten.
Beeld: Christine Hewitt
0 reacties
Geef je reactie